Harry Dietz is de zoon van Constant Dietz, destijds directeur van de steenfabriek Tienray. In zijn vrije tijd was hij dirigent van o.a. Venlona in Venlo. Harry is de jongste uit een gezin van negen kinderen. Moeder Dietz is twee keer getrouwd, maar was weduwe, toen de oorlog uitbrak. Ze had veel contact met Hanna van de Voort. De familie Dietz gaf onderdak aan het Joodse echtpaar Simon Ratzker en Paula Kaiser en hun zoon Menno Ratzker. Ratzker bleef in zijn orthodoxe kleren rondlopen en dat veroorzaakte wel eens problemen. Zoonlief kreeg dagelijks les in Hebreeuws. Harry heeft hen begeleid naar een nonnenklooster in Lottum toen ze op de vlucht moesten vanwege de razzia in Tienray in de nacht van 31 juli op 1 aug 1944. Korte tijd is er ook een Joods meisje geweest Rebecca Aldewereld (schuilnaam was: Truusje Smits). Zij is bij de razzia opgepakt en na de oorlog teruggekomen. Vlak na de oorlog heeft Dietz een vrij nauwkeurige beschrijving gemaakt over de gebeurtenissen in Tienray. Tijdens het interview leest hij dat voor.
Date Submitted: 2010-03-23
Maria van de Rijt-Van Geffen was 12 toen de oorlog uitbrak. Ze was het oudste kind in een streng katholiek gezin in Tienray. Tegenover hen woonde de vroedvrouw Hanna van de Voort. Samen met de Nijmeegse student Nico Dohmen wist Hanna in de jaren 1943-1944 meer dan 120 Joodse kinderen uit Amsterdam bij Noord-Limburgse gezinnen te laten onderduiken. Ook Maria kreeg een Joods ‘zusje’, Floortje Paauw. Aanvankelijk vond Maria dat niet leuk en dus vertelde ze Floortje dat de Joden Christus hadden gekruisigd. Het Joodse meisje nam wraak door met haar modderschoenen over de witte was te lopen.Deze en andere verhalen van Noord-Limburgse kinderen die in de oorlog een Joods broertje of zusje kregen, zijn audiovisueel vastgelegd. Hoe hebben deze Limburgse kinderen het beleefd? Hoe was het om plotseling ouders te moeten delen? En welke impact maakte de soms slechte afloop van de onderduik? Zo was Maria van de Rijt erbij toen Floortje in juli 1944 door Duitse militairen werd weggehaald. Maria moest Floortje aankleden. Het meisje kwam niet meer terug. Op 6 september 1944 werd ze vermoord in Auschwitz.