Econsultancy heeft in opdracht van Arvalis op 1 december 2010 een archeologisch kijkgatenonderzoek uitgevoerd aan de Kleine Winkelsteeg (ong.) in te Hout-Blerick in de gemeente Venlo. Het onderzoek is uitgevoerd in verband met de realisatie van een africhtinghal voor paarden met een inpandige woning. Het archeologisch onderzoek wordt noodzakelijk geacht om te bepalen of er een gerede kans is dat archeologische resten, die door eventuele ontwikkelingen kunnen worden aangetast, wel of niet aanwezig (kunnen) zijn in de ondergrond. Conform de Wet op de archeologische monumentenzorg dient het plangebied eerst te worden onderzocht op de aanwezigheid van archeologische waarden (zie bijlage 3).Voorafgaand aan het kijkgaten onderzoek is door Econsultancy een bureauonderzoek en door het ARC een verkennend booronderzoek uitgevoerd. De conclusie van het bureauonderzoek was dat er een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd dient te worden door middel van een verkennend booronderzoek, teneinde de op basis van het bureauonderzoek opgestelde hoge verwachting aan te vullen en te toetsen. Tevens diende het verkennend booronderzoek om een betrouwbaar beeld te krijgen van de gaafheid van de bodem. Het verkennend inventariserend booronderzoek heeft aangetoond dat op de locatie akker- en enkeerdgronden liggen waardoor er sprake is van een hoge archeologische trefkans. Doordat de oorspronkelijke A-horizont is opgenomen in de eerdlaag, worden voornamelijk grondsporen verwacht en is de actuele trefkans op archeologica uit het Laat-Paleolithicum–Mesolithicum laag. Door de archeologische resten in de omgeving worden nederzettingsresten uit de periode Neolithicum–Middeleeuwen verwacht. Gezien de hoge archeologische trefkans voor de locatie is de aanbeveling gedaan een karterend/waarderend inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uit te voeren.Bovenstaande aanbeveling is door het bevoegd gezag, de gemeente Venlo, niet overgenomen. Aangezien de nieuw te bouwen hal, met inpandige woning, op poeren wordt gebouwd en het terrein behoorlijk opgehoogd moet worden, is door het bevoegd gezag besloten om op de locatie van zeven van die poeren een kijkgaten onderzoek uit te voeren. Doel van het onderzoek is het (verder) docu-menteren van het bodemprofiel en onderzoek naar mogelijke archeologische indicatoren.De basis van alle profielen bestaat uit een dalvlakteterras van een Maasterras uit het Weichselien. In het westelijk deel van het plangebied is dit dalvlakteterras gedurende het Laat-Pleistoceen afgedekt met dekzandafzettingen. Vanaf de Middeleeuwen is het gehele plangebied door bemesting afgedekt met een eerddek. Tijdens het kijkgatenonderzoek zijn in het plangebied geen archeologische resten aangetroffen.SelectieadviesOp grond van het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden zijn er geen bezwaren tegen de voorgenomen ontwikkeling binnen het plangebied. Econsultancy adviseert om het plangebied planologisch te beschermen via een archeologische dubbelbestemming.Verder kan van vervolgonderzoek worden afgezien indien er bij de planrealisatie maximaal 5% van het oppervlak van het plangebied wordt verstoord. Gezien de ophoging en het gebruik van boorpalen zal de maximale verstoring deze norm niet overschrijden (het zogenaamde archeologie-vriendelijk bouwen), vandaar dat in overleg met de initiatiefnemers tot deze aanvullende onderzoeksvorm is besloten om van het proefsleuvenonderzoek af te kunnen zien.