Graven bij het Pesthuis

DOI

De Faculteit der Archeologie van de Universiteit Leiden heeft in 2016 met toestemming van de gemeente Leiden een archeologisch onderzoek uitgevoerd in het plangebied Leeuwenhoekpark. Archol BV vervulde hierbij een ondersteunende rol en heeft de coördinatie van de uitwerking en rapportage op zich genomen. Aanleiding voor het onderzoek was de geplande aanleg van twee waterpartijen. Onderhavig onderzoeksgebied betreft het deelgebied van waterpartij 1 en bevindt zich ten westen/zuidwesten van restaurant De Stal.Op deze locatie zijn twee werkputten onderzocht. Hierbij kon worden vastgesteld dat de ondergrond ter hoogte van werkput 1 uit komafzettingen met daar bovenop ophogingspakketten bestaat. Op ca. 2,3 m -Mv is sprake van een rommelige en humeus niveau, getuige van een periode met weinig sedimentatie. Deze was goed te dateren: op dit niveau en in de afdekkende afzettingen is namelijk aardewerk en dierlijk botmateriaal uit de ijzertijd aangetroffen. Er zijn geen sporen aan deze vondsten te koppelen. Het lijkt dan ook om een vondstspreiding in de periferie van een nederzettingsterrein te gaan. Kijken we naar de samenstelling van dit niveau dan waren de omstandigheden binnen het onderzoeksgebied zelf vermoedelijk te nat.In de bovenliggende komafzettingen zijn enkele bodems te onderscheiden, die getuigen van stilstandsfasen in de sedimentatie. Deze afzettingen en de afdekkende ophogingspakketten zijn niet goed te dateren. Het merendeel van de aangetroffen archeologische resten uit het onderhavige onderzoek, bestaande uit sporen en vondsten uit de 17e-18e eeuw, is namelijk hoofdzakelijk als vlakwaarneming in werkput 2 gedocumenteerd: direct onder een opgehoogd pakket. Er was geen koppeling aan de voornoemde bodemopbouw uit werkput 1 mogelijk. Met enige voorbehoud zijn de resten vermoedelijk te relateren aan de top van de komafzettingen en/of de afdekkende ophogingspakketten: een traject van ca. 50 cm onder de recente bouwvoor.De resten uit de Nieuwe tijd bestaan uit verschillende spoortypen. Allereerst betreft het een dwarssloot vol met vondstmateriaal, die oorspronkelijk aansloot op de dubbele omgrachting van het Pesthuis-terrein. De sloot is tegen het einde van het derde kwart van de 17e eeuw gedempt, vermoedelijk met afval van een vuilnisbelt die op het terrein lag. Het vondstmateriaal vormt daarbij de weerslag van een relatief korte tijdsperiode: een periode waarin het stenen Pesthuis in aanbouw was en het houten noodpesthuis reeds in gebruik was. De vondsten die vermoedelijk bij de bouw van het stenen Pesthuis horen, bestaan uit: keramisch bouwmateriaal, natuursteen, hout, vensterglas, spijkers, strips van glas in lood-ramen en hang- en sluitwerk. Het merendeel van het vondstmateriaal is echter te relateren aan het gebruik van het terrein voor de opvang van pestlijders. Hieruit mogen we afleiden dat sprake was van een standaarduitrusting voor de zieke: een uniform scala aan borden, koppen, kleine grapen, zalf- en pispotten, gemaakt van eenvoudig roodbakkend aardewerk. Hiernaast was sprake van materiaal dat door de individuen zelf werd meegenomen of aan het pesthuis was geschonken: andere typen aardewerk, rookgerei, een steengoed knikker, een miniatuur bordje, diverse metalen objecten en een groot aantal leren schoenen. De voorwerpen zijn veelal eenvoudig en/of sterk versleten. Eet- en klein kookgerei zijn goed vertegenwoordigd en wijzen - gezien het formaat - erop dat voedsel per persoon werd verwarmd. Het complex botmateriaal en mollusken wijst er daarnaast op dat een breed soortenspectrum, waaronder paard, werd geconsumeerd. Geen van de soorten is als ‘luxe’ te bestempelen. En we mogen dit brede spectrum dan ook vooral zien als een verdere bevestiging voor de beperkte middelen waar de bewoners van het pesthuis over beschikten: men at wat voor handen was. Het geheel wekt een arme indruk, waarbij zowel jong en oud als man en vrouw is vertegenwoordigd.Na demping van de voornoemde dwarssloot is het terrein (een groenstrook) tussen de twee buitenste grachten, in ieder geval ter hoogte van werkput 2, opgehoogd met een pakket klei. Naar de redenen voor de demping en de ophoging valt alleen te gissen: was er meer oppervlak nodig en/of lag de groenstrook te laag en daardoor te nat? Duidelijk is wel dat de locatie hierna gebruikt werd als grafveld. In totaal zijn 21 graven en een zeventien (secundiare) botconcentraties vrijgelegd, gedocumenteerd en verzameld. Bij de analyse zijn zestien graven volledig onderzocht. De overige contexten bleken te sterk verrommeld. De combinatie van de leeftijd, geslacht en de pathologieën maakt het aannemelijk dat de onderzochte individuen behoren tot gestorven militairen die tussen 1672 en 1822 werden opgevangen in het Pesthuis: jonge mannen met een vermoedelijk lage sociaal-economische positie. Deze datering wordt ondersteund door de stratigrafische positie van de graven - boven de voornoemde gedempte dwarssloot - en door de vondst van een knoop uit de 18e eeuw in één van de graven.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xu3-8s7u
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xu3-8s7u
Provenance
Creator T.A. Goossens; M. van Zon
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor A Archol; Archeologisch Onderzoek Leiden BV
Publication Year 2019
Rights CC-BY-SA-4.0; info:eu-repo/semantics/closedAccess; http://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0
OpenAccess false
Contact A Archol (Archol)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; audio/midi; application/vnd.mif; text/csv; application/vnd.oasis.opendocument.spreadsheet; text/plain; application/zip; image/jpeg; text/comma-separated-values
Size 16043; 7765; 9414; 56146; 1077978; 1439697; 92051383; 80143; 77798; 79860; 76456; 76683; 76329; 77536; 75553; 76557; 76421; 78779; 75660; 80393; 80563; 19973; 88487; 12243811; 125671; 154616; 717; 94801; 24097; 3192; 174379; 225900; 10072; 5370; 2632; 1013; 758; 1253; 122; 462; 1038; 56493; 76; 2998; 26; 16207; 13; 719; 2863; 3683; 152; 507; 261; 601; 13732; 50910; 5969920; 5271478; 5984256; 6289408; 6330880; 6326784; 6013952; 6188544; 5852160; 6386176; 6463488; 6518784; 6001152; 6197760; 6559744; 5865984; 5971385; 6541312; 5926912; 6288384; 6447104; 5067323; 6003712; 6312448; 6050816; 6105088; 5883904; 5566896; 5821276; 5554257; 6465536; 6422528; 5710469; 5804715; 5900803; 6427648; 5831168; 6224384; 5807616; 6502912; 5790208; 6100992; 5944320; 6621696; 5939712; 6460416; 5943808; 6432256; 6374912; 6281216; 6385152; 6374400; 5891584; 5365782; 5618631; 6230016; 5992960; 6201344; 5998080; 6391296; 6605824; 6561792; 4; 607; 1075953; 959; 195; 345; 11085; 2152; 1435; 272; 844; 281; 66; 8663; 8029; 808; 3457; 106; 90; 364; 915; 2743; 2009; 382; 172; 205; 29370; 188; 175; 381; 151; 294; 766; 287; 993; 471; 237; 174; 61; 177; 371; 4051; 1669; 1946; 245; 194; 44; 9920; 11872; 102; 251; 2124; 214; 288; 130; 3793; 98; 344; 74; 10426; 43637; 905; 4364; 126; 2669; 506; 103; 543; 50; 267; 179; 725; 503; 107; 153; 146; 160; 5241; 1602; 2375; 2195; 81577; 320; 401; 504; 35818; 8737; 2158; 70; 26285; 450; 1568; 116
Version 2.0
Discipline Humanities