Plangebied Gewest/Koster aan de Spoorweg, gemeente Bussum. Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek(verkennende fase)

DOI

In opdracht van Raadgevende ingenieurs Cauberg-Huygen heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in juli 2007 een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) uitgevoerd in verband met voorgenomen bouwwerkzaamheden en/of bodemingrepen in de gemeente Bussum. Het onderzoek diende te worden uitgevoerd omdat realisatie van de plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische resten. Doel van het bureauonderzoek was het verwerven van informatie over bekende en verwachte archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Doel van het veldonderzoek was het nader specificeren van die archeologische verwachting en vaststellen van de mate van gaafheid van de bodemopbouw binnen het plangebied. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied zich bevindt ter plaatse van smeltwaterafzettingen (sandr) en dat binnen het plangebied waarschijnlijk haarpodzolgronden kunnen voorkomen. Het plangebied ligt direct ten zuid/zuidwesten van de historische kern van Bussum. Binnen het plangebied heeft vanaf circa 1850 bebouwing gestaan. Op grond van het bureauonderzoek gold voor het plangebied bij aanvang een lage archeologische verwachting voor vindplaatsen vanaf het Laat Paleolithicum. In slechts 2 van de uitgevoerde boringen (boringen 4 en 10) is onder de verstoorde/opgebrachte grond een intacte bodemopbouw (podzolbodem) aangetroffen. In de overige boringen is onder de verstoorde bovengrond direct de C-horizont aangetroffen. Waarschijnlijk zal de oorspronkelijke bodemopbouw hier zijn verstoord door de recente bouwwerkzaamheden en aanleg van bestrating en verharding. Tijdens het veldonderzoek zijn de verwachte smeltwaterafzettingen aangetroffen. Vanwege het feit dat de bodem in het grootste gedeelte van het plangebied verstoord is tot in de C-horizont, is de kans dat archeologische resten nog aanwezig zijn in de verstoorde zone van het plangebied vrij klein. In de boringen 4 en 10 is een intacte bodemopbouw aangetroffen. Omdat op grond van het huidige verkennende booronderzoek geen uitspraken kunnen worden gedaan over de aanwezigheid van vindplaatsen in deze zone, wordt op grond van de resultaten van het verkennend booronderzoek aanbevolen de zone rond de boringen 4 en 10 (vergelijk figuur 3) extra te onderzoeken door middel van een karterend booronderzoek. Het doel van dit onderzoek zal zijn vast te archeologische vindplaatsen en, indien mogelijk, de aard, omvang, gaafheid en datering van deze vindplaatsen vast te stellen. In de zone rond de boringen 4 en 10 zal geboord dienen te worden in een grid van 20 bij 25 m met een Edelmanboor met een diameter van 15 cm waarbij het boorresidu zal worden gezeefd met een zeef met een maaswijdte van 3 mm. In het overige deel van het plangebied is geen intacte bodemopbouw aangetroffen. Voor dit deel worden dan ook geen aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zxk-99gq
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zxk-99gq
Provenance
Creator R.W. de Groot
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor m verbruggen; RAAP Archeologisch Adviesbureau
Publication Year 2020
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact m verbruggen (RAAP)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 6327; 6508; 810; 1939624; 3211
Version 1.0
Discipline Humanities