Opheffen ondiepe Leidingen DPO tracé GW10 Noorbeek-Lemiers, gemeente Vaals; opgraving, variant archeologische begeleiding.

DOI

InleidingIn opdracht van MVOI heeft RAAP in het voorjaar van 2019 een archeologische opgraving, variant begeleiding, uitgevoerd in het kader van het project ‘Opheffen ondiepe leidingen DPO tracé GW10 Noorbeek-Lemiers’. Dit onderzoek heeft betrekking op graafwerkzaamheden ter plaatse van vijf knelpunten in de gemeente Vaals (knelpunt 35, 36, 38, 40 en 41).Tijdens de begeleiding is een 10 m brede strook rondom de DPO leiding onderzocht. Per knelpunt is één vlak aangelegd onder de bouwvoor en één vlak aangelegd in de top van de ongeroerde lössbodem. In totaal is op deze manier een gebied van 3370 m2 onderzocht op de aanwezigheid van archeologische resten. Het voornaamste doel van het onderzoek was het veiligstellen van de wetenschappelijke informatie (behoud ex situ).Slechts op één knelpunt, knelpunt 41 -een monumententerrein met resten van een Romeins villacomplex- is tijdens dit onderzoek een vindplaats vastgesteld. In drie overige knelpunten zijn ook archeologische resten aangetroffen, maar dit betreffen losse vondsten zonder een sporencomplex. In onderhavig overzicht worden de resultaten per knelpunt samengevat:Knelpunt 35Landschap en bodemHet knelpunt ligt op een helling richting een oostelijk gelegen droogdal. De oorspronkelijke brikbodem is in het hoogste deel geërodeerd. Onder de grindrijke bouwvoor komen oude rivier- en/of mariene afzettingen voor. Centraal op de helling is de bodem relatief intact. Onder een grindrijke laag komt al dan niet afgedekt door een laag colluvium, een bergbrikbodem in löss voor. Beneden, in het dal is een ooivaaggrond in colluvium vastgesteld.Archeologie Er zijn geen archeologische resten gedocumenteerd.Knelpunt 36Landschap en bodemHet knelpunt helt in westelijke richting af naar een droogdal en in noordoostelijke richting af naar het beekdal van de Lombergbeek. In het relatief vlakke centrale deel van het knelpunt komen ooivaagronden voor met een zwak ontwikkelde B-horizont. Richting het westelijk gelegen droogdal is deze B-horizont door erosie afgetopt tot in de BC-horizont en afgedekt door een dikke laag colluvium. Ook richting het noordoostelijk gelegen beekdal is de oorspronkelijke bodem afgedekt door een dik pakket colluvium.ArcheologieOp de flank van het droogdal zijn in de bouwvoor en met name in het onderliggende colluvium relatief veel vondsten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd aangetroffen. De vondsten kunnen niet wordengeassocieerd aan een bekend spoorcomplex, maar bevestigen wel Laat Middeleeuwse bewoning en beakkering in de directe omgeving. De vondst van een fragment ruwwandig aardewerk duidt eventueel ook op Romeinse bewoning in de omgeving van het knelpunt.Knelpunt 38Landschap en bodemHet knelpunt ligt op een hoog relatief vlak plateauterras. In de kolomprofielen ligt een bouwvoor uit löss op oudere fluviatiele en/of mariene afzettingen. In het centrale deel bevindt zich onder de bouwvoor een dunne laag colluvium.ArcheologieTijdens de begeleiding is geen duidelijke spoor- en/of vondstcomplex aangetroffen. Wel is op de overgang van de bouwvoor naar het colluvium één Laat Middeleeuwse zilveren munt gedetecteerd.Knelpunt 40Landschap en bodemIn algemene zin ligt het knelpunt op een helling richting het noordoostelijk gelegen beekdal van de Selzerbeek. Ter plaatse wordt de helling aangesneden door twee erosiedalen. Hierdoor helt het terrein zowel in westelijke- als oostelijke richting af. In het knelpunt komt een bergbrikbodem voor. Op het hoogste deel is deze lössbodem geërodeerd. Onder de bouwvoor komen oudere fluviatiele- en mariene afzettingen voor. In het lager gelegen, oostelijke erosiedal bestaat de bodem uit een ooivaaggrond in colluvium.ArcheologieEr is geen duidelijke spoor- en of vondstcomplex aangetroffen. Waar de lössbodem het minst geërodeerd is, zijn in vlak 2 twee vage kuilen gedocumenteerd. In de omgeving van deze kuilen is aan het maaiveld een zogenaamd ‘Keltisch wieltje’ gedetecteerd. De relatie tussen de sporen en het ‘Keltisch wieltje’ is onbekend. Onduidelijk is aan welk complex de gevonden resten toehoren. Het ‘Keltisch wieltje’ wordt als een losse vondst beschouwd.Knelpunt 41Landschap en bodemHet knelpunt ligt op een helling richting het noordelijk gelegen beekdal van de Selzerbeek. Het lager gelegen, noordoostelijk deel van het knelpunt loopt parallel aan een ten oosten gelegen droogdal . In het hoger liggende westelijk deel van het knelpunt is in de kolomprofielen een bergbrikbodem vastgesteld. De oorspronkelijke radebrikbodem lijkt enkele tientallen centimeters afgetopt. In het lager liggende noordoostelijke deel komt veelal een pakket colluvium voor onder de bouwvoor. Onder het colluvium komt ook een bergbrikbodem voor. Onderaan de helling is de briklaag volledig geërodeerd.ArcheologieHet zuidwestelijke deel van het knelpunt ligt op een monumententerrein met resten van een villacomplex uit de Romeinse Tijd (rijksmonumentnummer 47153 en AMK terreinen 1474 en 11116). Uit eerder onderzoek blijk dat ter plaatse resten aanwezig zijn van twee tot mogelijk drie gebouwen. Eén van deze gebouwen wordt op basis van geassocieerd beschilderd pleisterwerk geïnterpreteerd als h et hoofdgebouw en/of badgebouw. Tijdens de begeleiding zijn 2 greppels, 2 kuilen, 5 funderingen en één steen gedocumenteerd. Het aangetroffen vondstmateriaal bestaat uit 24 stuks gebruiksaardewerk, 37 stuks keramisch bouwmateriaal, 34 stuks natuursteen, 5 stuks metaal en 2 stuks (Romeins) beton.De slecht bewaarde funderingen zijn in twee clusters aangetroffen. De clusters liggen 107 m uit elkaar. Het westelijke cluster bestaat uit twee vierkante stiepfunderingen en één langwerpige muurfundering. Het oostelijke cluster bestaat uit twee stiepfunderingen. Het westelijke cluster ligt nabij funderingsresten van het eerder aangetroffen ‘gebouw 2’. Samen vormen ze een rechthoekige plattegrond, met buitenmuurse afmetingen van 11 bij 26 m. Op basis van de omvang wordt dit gebouw geïnterpreteerd als een groot bijgebouw, zoals een schuur of een stal binnen het villacomplex. De twee slecht bewaarde stiepfundering in het oostelijke cluster vormen delen van een tot heden onbekende vierde structuur. De stiepfunderingen zouden resten kunnen zijn van een vierde gebouw binnen het villacomplex, maar ook resten kunnen zijn van een grafmonument.Twee greppels duiden op een tot heden onbekende percelering en fasering binnen het villaterrein. De resultaten van onderhavig onderzoek bevestigen dat in de ondergrond resten van een Romeins villaterrein aanwezig zijn. De resten hebben een slechte fysieke kwaliteit. Conform eerdere veldwaarnemingen blijkt dat de resten ook buiten het monumententerrein 47153 voorkomen. Met de huidige kennis bestaat het villaterrein aan de Kellerweg uit een hoofdgebouw of badgebouw en een groter bijgebouw. Behalve deze twee gebouwen zijn op het terrein enkele funderingsresten van een derde en wellicht een vierde gebouw of grafmonument gekarteerd. Op basis van het geassocieerde aardewerk kan het villacomplex gedateerd worden in de Midden Romeinse Tijd.

Date Submitted: 2021-04-14

Issued: 2019-04-17

Files not yet migrated to Data Station. For access to these files, please contact DANS at info@dans.knaw.nl.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zrf-y8kq
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zrf-y8kq
Provenance
Creator R.E.E Roggen; D.M.G. Keijers
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.C. Diepeveen; RAAP Archeologisch Adviesbureau bv
Publication Year 2021
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact M.C. Diepeveen (Raap bv)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/zip
Size 36309
Version 1.0
Discipline Humanities