Laagland Archeologie heeft op 16 november 2017 een archeologische begeleiding uitgevoerd ter plaatse van het perceel Nieuwstad 9 in Groenlo. De aanleiding hiervoor was de bouw van een nieuwe woning. De bouwactiviteiten vinden plaats binnen een Archeologisch monument (AMK-terrein 13210) dat de gehele vesting Groenlo omvat en waar op grond van het beleid van de gemeente onderzoek verplicht is bij bodemverstoringen. Het doel van de archeologische begeleiding onder protocol opgraven is het documenteren en daarmee veiligstellen van alle aanwezige archeologische waarden om daarmee informatie te behouden die van belang is voor kennisvorming over het verleden. Op basis van het bureauonderzoek zijn in de bodem overblijfselen te verwachten van een stedelijke nederzetting vanaf de 14e eeuw. Sporen van oudere bewoning vanaf de 9e eeuw zijn niet uitgesloten. De kans op overblijfselen uit oudere perioden vanaf het Laat Paleolithicum is, gelet op de ligging op relatief lage gronden aan de rand van het beekdal, klein, maar evenmin uitgesloten. Naar verwachting zal de ondergrond bestaan uit een archeologisch pakket van ophogings- en bewoningslagen met een dikte van ca. één tot anderhalve meter.Bij de archeologische begeleiding zijn in de bovenste humeuze laag funderingsresten gevonden van een gebouw dat rond het einde van de 19e eeuw is gebouwd. De onderliggende bodem bestaat uit een pakket omgewerkte en mogelijk ook aangevoerde grond. Er is overwegend tot ongeveer twee meter diep ontgraven tot ver in de C-horizont van het onderliggende lichtgrijze zand. Het gaat dan om een 19eeeuwse diepe bodemverstoring. De reden voor deze diepe ontgraving en omzetting van de grond is onduidelijk. Wellicht diende het om de bodem te verbeteren ten behoeve van de bouw van een woning in de late 19e eeuwUit het omgewerkte grondpakket en de humeuze bovenlaag zijn selectief vondsten verzameld. Het betreft keramische vondsten die dateren vanaf de late middeleeuwen tot in de nieuwe tijd. De archeologische sporen en resten die het bodemarchief te plaatse van het plangebied vormen liggen deels in secundaire context in een omgewerkt grondpakket en deels in een afdekkend pakket dat nog jonger is. De funderingen die zijn aangetroffen waren op het moment van onderzoek nog redelijk intact. In het omgewerkte grondpakket zijn nadien in de verdere 19e eeuw nog weer kuilen gegraven. Het gaat dus om een grootschalige 19e eeuwse verstoring van het bodemarchief.De natuurlijke bodem werd onder het geroerde grondpakket tussen circa 1,0 en 2,0 meter diepte aangetroffen en was tot ver in de C-horizont afgetopt. De vondsten in het geroerde grondpakket en in de humeuze bovenlaag liggen in een secundaire context en bestaan uit aardewerk en bouwmateriaal (baksteen en dakpanfragmenten. Het is denkbaar dat de vondsten uit het geroerde pakket van het perceel zelf afkomstig zijn. In dat geval is het niet uitgesloten dat er vanaf de 14e eeuw bewoning heeft plaats gevonden. In ieder geval is er vanaf het einde van de 19e eeuw een woning met een achtererf aanwezig geweest.