In opdracht van Syngenta Seeds heeft RAAP in juli – september 2020 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Noord Lierweg 14 te De Lier in de gemeente Westland.Het plangebied kenmerkt zich door een afwisseling van kleiige en zandige mariene getijdeafzettingen met veeninschakelingen. Dit wijst doorgaans op relatief natte en onaantrekkelijke bewoningsmogelijkheden. Blijkens vondsten in de omgeving is er in het gebied echter wel gewoond, met name in de Romeinse tijd en de middeleeuwen. Deze bewoning hangt hoogstwaarschijnlijk samen met de aanwezigheid van wat hogere kwelder - en wadafzettingen in het landschap (in de top van de Gantellaag en/of de Laag van Poeldijk), die relatief droger en dus toch beter bewoonbaar waren dan de omgeving. Hierdoor worden archeologische resten van bewoning uit de beide genoemde periodes verwacht. Op basis van het historisch kaartmateriaal blijkt dat er in de nieuwe tijd geen bewoning in het plangebied heeft plaatsgevonden tot in de 20e eeuw.Vindplaatsen uit de Romeinse Tijd en de Middeleeuwen betreffen bewoningsresten. Deze kunnen de oppervlakte van een enkele huisplaats tot een heel dorp beslaan: enkele honderden tot duizenden vierkante meters. Ze zijn bij prospectief onderzoek herkenbaar aan een concentratie van fragmenten houtskool, verbrande leem, aardewerk en als dan niet verbrand bot.Het Laagcomplex van Delfland is enkel in boring 4 aangeboord, vanaf een diepte van 3,7 m beneden maaiveld (-4,64 m NAP). In de rest van het plangebied ligt deze eenheid dieper dan 4 m beneden maaiveld. Deze afzettingen zijn geïnterpreteerd als wadafzettingen. In de top zijn veel rietresten waargenomen wat wijst op een verzoeting van het gebied én op natte omstandigheden. De kans dat er op de niveau archeologische resten aanwezig zijn wordt klein geacht. Daarnaast wordt dit niveau, afgezien van eventuele heiwerkzaamheden, niet verstoord door de voorgenomen plannen.De Laag van Gantel is in alle boringen waargenomen. Deze afzettingen zijn vanaf de top, die tussen - 2,5 en -3,0 m NAP ligt, matig slap tot slap en kalkrijk. Dit wijst op een geringe of geen rijping van het sediment. Dit maakt de kans dat er archeologische resten op aanwezig zijn klein. De Laag van Poeldijk is in alle boringen én in de profielen van de asbestproefputjes aangetroffen. In dit pakket zijn geen grootschalige diepe verstoringen aangetroffen. Onder een jong ophoogpakket lijkt de oorspronkelijke bouwvoor nog grotendeels intact. Er geen archeologische laag in deze afzettingen waargenomen en noch in de boringen noch in de profielen van de asbestproefputjes zijn archeologische indicatoren waargenomen. Gezien de waarnemingsdichtheid van de boringen en de proefputjes tezamen is het onwaarschijnlijk dat er binnen het plangebied archeologische resten op ditniveau aanwezig zijn.Op basis van de resultaten van dit onderzoek blijkt dat in het plangebied geen archeologische resten bedreigd worden.