Op basis van het karterend onderzoek mag worden geconcludeerd dat er binnen het plangebied restanten van bewoning daterend vanaf de 17de eeuw aanwezig zijn. Hiernaast kunnen onder het aanwezige begraven eerddek ook sporen uit eerdere perioden bewaard zijn gebleven. Geadviseerd wordt dan ook om een vervolgonderzoek uit te voeren. Standaard dient dit vervolgonderzoek te worden uitgevoerd in de vorm van een proefsleuvenonderzoek (IVO-P).Vanwege de op de onderzoekslocatie aanwezige bebouwing met verschillende panden, kan in plaats van een proefsleuvenonderzoek wellicht beter gekozen worden voor een archeologische begeleiding van de sloop van de ondergrondse delen van de huidige bebouwing. De archeologische begeleiding dient onder het protocol opgraven te worden uitgevoerd, zoals vermeld in de KNA. Na de archeologische begeleiding moet in samenspraak met het bevoegd gezag worden bepaald of nog verder archeologisch onder nodig is. Voor de archeologische begeleiding is een Programma van Eisen (PvE) noodzakelijk, dat voor aanvang van de werkzaamheden moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag, de gemeente Nijkerk. De gemeente beoordeeld uiteindelijk of en in welke vorm het vervolgonderzoek moet worden uitgevoerd.