In opdracht van Royal HaskoningDHV BV heeft RAAP in januari – februari 2021 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied N11 Hoek Zuidzijde te Nieuwegein in de gemeente Nieuwegein. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning.Op basis van het bureauonderzoek werd een bodemopbouw verwacht van (kom)klei afkomstig van de Jutphaas, Lek of Hoon stroomgordels op Hollandveen op stroomgordelafzettingen van de Wiersch. De ligging Wierschstroomgordel werd verwacht in het zuiden van het plangebied, naar de archeologische beleidskaart van de gemeente. De diepte van de top van de Wierschstroomgordel was niet bekend, en werd geschat op ca. 1,5 m –mv. Dit is gebaseerd op eerder onderzoek in de omgeving, waar crevasse of geulafzettingen op deze diepte werden aangetroffen. Voor de intacte top van de Wiersch geldt een hoge verwachting voor archeologische resten uit het laat mesolithicum t/m neolithicum. Vindplaatsen kunnen bestaan uit seizoens- of jachtkampementen van een diverse grootte. Indicatoren kunnen zijn: vuursteen, aardewerk, (verbrande )botresten, gebroken kwarts en natuursteen. Voor de top van de jongere rivierafzettingen die direct onder het maaiveld of de bouwvoor liggen, geldt een lage verwachting voor archeologische resten vanaf de late middeleeuwen. In de late middeleeuwen en nieuwe tijd is het plangebied zeer waarschijnlijk onbewoond geweest. Wel loopt er een historisch wegtracé door het westelijk deel van het plangebied.Uit het veldonderzoek is gebleken dat er een bodemopbouw aanwezig is komafzettingen op Hollandveen. In het gehele plangebied is de top van deze komklei verstoord tot circa 25 à 60 cm –mv. Plaatselijk is de top van de stroomgordelafzettingen diep verstoord (tot maximaal 1,8 m –mv). Er zijn tevens geen aanwijzingen voor een historisch wegpakket in het westelijke deel van het plange bied. In de zuidelijkste boring is zoals verwacht de Wierschstroomgordel aangetroffen. De top van de Wiersch ligt daar op 3,6 m –mv (3,3 m –NAP). De afzettingen betreffen diepe komafzettingen van de Wiersch.De verwachting voor archeologische resten uit het laat -mesolithicum en neolithicum kan naar beneden worden bijgesteld naar laag. De lage verwachting voor archeologische resten uit de overige archeologische tijdperken bronstijd t/m nieuwe tijd kan gehandhaafd blijven.Op basis van de resultaten van dit onderzoek blijkt dat in het plangebied geen archeologische resten bedreigd worden.
