In opdracht van BPD heeft RAAP een inventariserend veldonderzoek in de vorm van het graven van proefsleuven uitgevoerd aan de Van Rensselaerweg 2 in Spankeren in de gemeente Rheden. Het onderzoek hield verband met plannen voor de herontwikkeling van het onderzoeksgebied als bedrijventerrein.Het primaire doel van het proefsleuvenonderzoek was het toetsen en aanvullen van de gespecificeerde archeologische verwachting met betrekking tot het onderzochte gebied, waarbij het in eerste instantie ging om het al dan niet vaststellen van de aanwezigheid van archeologische grondsporen. Om een goed afgewogen beslissing (selectiebesluit) door het bevoegd gezag mogelijk te maken, diende het onderzoek zich tevens te richten op de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conservering) en diepteligging van eventuele archeologische resten.Tijdens het onderzoek zijn vijftien proefsleuven aangelegd, waarbij nederzettingssporen uit de Bronstijd en IJzertijd zijn aangetroffen. Een latere datering, in de Vroeg Romeinse tijd, hoort voor een deel van de sporen tot de mogelijkheden. De kern van het nederzettingsterrein lijkt zich voor alle perioden in het zuidelijke en oostelijke deel van het plangebied te bevinden, waar de grootste spoorconcentraties vastgesteld zijn. In het zuidelijke deel zijn aanwijzingen voor huisplattegronden uit de Midden Bronstijd en IJzertijd. Ook zijn plattegronden van spiekers onderscheidden. De meeste sporen konden vooralsnog niet aan structuren worden toegewezen.Mede door vondsten die bij eerder onderzoek in de directe nabijheid van het plangebied zijn gedaan, is duidelijk dat de vindplaats zich tot buiten de grens van het plangebied uitstrekt.Verspreid over grote delen van de Spankerense Enk zal sprake zijn van (pre)historische erven c.q. nederzettingskernen uit verschillende perioden die al dan niet geleidelijk in elkaar overlopen.De vindplaats is op basis van zijn fysieke en inhoudelijke kwaliteit als behoudenswaardig gewaardeerd. Om de behoudenswaardige archeologische resten in situ te kunnen behouden, zijn beschermingsmaatregelen nodig. Hierbij blijft een dubbelbestemming archeologie gehandhaafd.Wanneer behoud in situ niet tot de mogelijkheden behoort, wordt vervolgonderzoek in de vorm van een opgraving aanbevolen.