Vanwege de gunstige ligging van het plangebied op een hogere dekzandwelving in de nabijheid van een lager gelegen dekzandvlakte kunnen bewoningsresten vanaf het laat-paleolithicum worden verwacht. Vanwege de aanwezigheid van een historisch boerenerf valt het gebied onder de zone ‘Archeologische vindplaats’. De archeologische resten kunnen verband houden met de bestaande boerderij of een mogelijk oudere (middeleeuwse) voorganger.
Het booronderzoek toont een verstoord bodemprofiel aan. Onder een plaggendek is rommelig aandoend dekzandpakket aanwezig met humeuze brokken uit het plaggendek. Er is geen podzol(restant) aangetroffen in het dekzand. In boring 4 en 6 is opvallend genoeg een leemlaag aangeboord. Deze laag valt is geïnterpreteerd als een opgebrachte laag, ook vanwege het feit dat het bovenliggende plaggendek hier wat oranje baksteenpuin bevat. Het gaat mogelijk om een oud vloerniveau van een voorganger van de nog bestaande boerderij. Het niveau is vermoedelijk tijdens de bouw van de bebouwing uit de jaren ’60 sterk aangetast. Diepere ingravingen behorende tot deze bebouwing, zoals water- en beerputten, kunnen nog wel intact bewaard zijn. Het leemlaagje bevindt zich tussen 80 en 95 cm beneden maaiveld in boring 4 en tussen 60 en 80 cm beneden maaiveld in boring 6.
Op basis van de resultaten van het hier gerapporteerde onderzoek wordt geadviseerd om het plangebied vrij te geven voor de geplande ingreep. Er is geen intacte bodemopbouw aangetroffen. Het ontbreken van een podzolprofiel wijst erop dat oudere resten niet meer intact aanwezig zijn. De aangetroffen leemlaag en puinresten wijzen op voormalige bebouwing op de locatie van de geplande uitbreiding. Ook dit niveau is echter duidelijk aangetast door de bouw van de bestaande woning in de jaren ’60. Dieper ingegraven sporen als water- en beerputten kunnen wel aanwezig zijn. Gezien de zeer beperkte verstoringsdiepte van 0,5 m beneden maaiveld worden deze resten door de werkzaamheden niet verstoord.