Econsultancy heeft in opdracht van ProWonen een saneringsbegeleiding en proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in het plangebied aan de Oranjewijk te Zelhem in de gemeente Bronckhorst. Het terrein wordt door de opdrachtgever herontwikkeld. De bestaande bebouwing wordt gesloopt en vervangen door nieuwe woningen. De nieuwe bebouwing komt te staan op een staalfundering, welke wordt aangelegd tot een diepte van circa 1 m -mv. Daar waar de bodem geroerd zal worden is de verwachting dat eventueel aanwezige archeologische waarden verloren kunnen zullen gaan.Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Voorafgaand aan het huidig onderzoek is door Econsultancy een archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek uitgevoerd. Op basis van het bureauonderzoek was er voor het gehele plangebied een hoge verwachting op het voorkomen van archeologische resten uit alle archeologische perioden vanaf het laat-Paleolithicum t/m de Middeleeuwen. De resultaten van het booronderzoek lieten zien dat in ieder geval in voormalig tuingedeelten bodemverstorende ingrepen beperkt zijn gebleven en er dus sprake is van een intacte bodemopbouw. De hoge verwachting bleef daarom gehandhaafd.Gevolgde onderzoeksmethode In het plangebied is één saneringswerkput begeleid en zijn in twee fasen tien proefsleuven aangelegd. Het totaal onderzochte oppervlak was circa 1.241 m2, 12,4% van het plangebied. Voor de begeleiding van de sanering is een wijzigingsblad PvE opgesteld. De overige werkputten zijn aangelegd volgens de methodiek zoals beschreven in het PvE. Wel zijn enkele werkputten iets verplaatst in verband met de aanwezigheid van ondergronds leidingwerk en de aanwezigheid van recente kelders en (water)putten.De archeologische begeleiding van de sanering vond plaats op 8 februari 2022 en nam iets meer dan een halve dag in beslag. Het proefsleuvenonderzoek van fase 1 vond plaats gedurende 1,5 dag op 16 en 17 februari 2022. Het proefsleuvenonderzoek van fase 2 vond gedurende 1,5 dag plaats op 12, 13 en 22 december 2022. Er heeft geen doorstart naar een opgraving plaatsgevonden.Resultaten Proefsleuvenonderzoek De bodemopbouw binnen het plangebied was redelijk intact en komt qua opbouw overeen met de resultaten uit het vooronderzoek. Qua bodemopbouw kan een tweedeling worden gemaakt tussen het hoger gelegen oostelijke deel van het plangebied en het lager gelegen westelijke deel.In het oostelijke deel zijn vanaf het maaiveld aangetroffen: de bouwvoor (Aap1-horizont), een plaggendek (Aa2-horizont), een oude cultuurlaag (Aa3-horizont, mogelijk fossiele akkerlaag of eerste fase plaggendek), het restant B/C-horizont en de C-horizont (Figuur 5.2). De top van het natuurlijk bodemprofiel is in het oostelijke deel van het plangebied opgenomen in de cultuurlaag en het plaggendek. In het westelijke deel is een groot deel van het terrein opgehoogd. De natuurlijke bodem is daaronder begraven en een stuk minder aangetast door agrarische bewerking. Onder het plaggendek was een begraven A-horizont aanwezig, met hieronder een Bhe-horizont, behorend tot een veldpodzol. De Bhe-horizont gaat over in een BC-horizont en daarna in de C-horizont. De top van de C-horizont is aangetroffen tussen 15,83 m +NAP (westelijke deel) en de 17,47 m +NAP (oostelijke deel. De C-horizont bestaat uit dekzand afgezet in het laat-Glaciaal.Bij het archeologisch proefsleuvenonderzoek in de Oranjewijk (diverse percelen) te Zelhem zijn geen archeologische sporen aangetroffen. De aangetroffen sporen zijn in bijna alle gevallen te relateren aan de naoorlogse bebouwing van het terrein en het gebruik van de tuinen. Bij één spoor (S4) was niet zeker of het om een natuurlijke verstoring of een archeologische kuil ging.Vondstmateriaal is afkomstig uit de bouwvoor en het plaggendek. Het dateert van de IJzertijd/Romeinse tijd tot in de 20ste eeuw. Omdat archeologische sporen ontbreken gaat het hier waarschijnlijk om materiaal dat tijdens het bemesten van de akkers (mogelijk vanaf de IJzertijd/Romeinse tijd) binnen het onderzoeksterrein terecht is gekomen en vervolgens vermengd is geraakt bij het veelvuldige ploegen/bewerken van de grond. De slechte tot matige conservering wijst ook op secundaire verplaatsing van het materiaal.Het plaggendek en de hieronder aanwezige oudere cultuurlaag behoren bij een archeologische vindplaats van het type Agrarische productie en voedselvoorziening: Akker Deze vindplaats is gewaardeerd als niet-behoudenswaardig.Selectieadvies Volgens de waardering op KNA voorgeschreven wijze krijgt de vindplaats ‘Agrarische productie en voedselvoorziening: Akker’ een lage waardering en is niet behoudenswaardig. Het selectieadvies is daarom dan ook om het plangebied vrij te geven voor verdere ontwikkeling en is vervolgonderzoek niet noodzakelijk. Het definitieve selectiebesluit zal worden genomen door de bevoegde overheid, de gemeente Bronckhorst.Mochten tijdens de graafwerkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen, dan dient hiervan melding te worden gemaakt conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet uit juli 2016 bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.