Interview met organisatie-expert Dionne Sillé over haar betrokkenheid bij het opzetten van projecten rond de conservering van moderne kunst in de jaren 1990, tijdens haar afstudeeronderzoek vanuit het Kröller-Müller Museum (1993), de Stichting Behoud Moderne Kunst (SBMK) (1995), het project Behoud Moderne Kunst (1995-1997), en de organisatie van het internationale symposium (1997) en gelijknamige publicatie Modern Art: Who Cares? (1999). Naar voren komt de relatieve achterstand in kennis over het behoud van moderne kunst in Nederland bij aanvang, in vergelijking met bijvoorbeeld Duitsland en Groot-Brittanië. De gemeenschappelijke onderkenning van de noodzaak en ook de wil er was hieraan iets te doen is groot, ondanks spanningen die ook bestonden tussen verschillende spelers, terwijl de schouders er uiteindelijk gezamenlijk zijn ondergezet. Als rode draad benadrukt ze hoe samenwerking de sleutel is geweest van het succes van het totstandkomen van de nieuwe ontwikkelingen zoals het besluitvormingsmodel, inclusief de input van buitenlandse restauratoren, zoals die van Tate, om mee te denken en samen op te treden in vervolgprojecten.
Interview conducted in the context of the course Oral History and Artwork Life Stories at the University of Amsterdam, an elective as part of the Conservation and Restoration of Cultural Heritage programme.