Plangebied Prinsenweg te Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: Plangebied Prinsenweg te Vierpolders, gemeente Brielle; archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (IVO-O, verkennend booronderzoek)

DOI

In opdracht van de gemeente Brielle heeft RAAP in september 2018 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een inventariserend veldonderzoek (IVO-O, verkennend booronderzoek) uitgevoerd in het plangebied Prinsenweg te Vierpolders in de gemeente Brielle (figuur 1). Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning.Het maaiveld in het noordelijk deelgebied lag geheel braak (binnen de kassen). Het zuidelijk deelgebied en de rest van het noordelijk deelgebied waren geheel begroeid met gras en/of in gebruik als tuin. De bovenste meter van het bodemprofiel in de kassen is geheel geroerd en wordt periodiek, op basis van informatie van de eigenaar, met stoom gesteriliseerd ter bescherming van het gewas.In het plangebied is sprake van een bouwvoor en/of laag met geroerde grond die bestaat uit donker)bruingrijze, zwak tot matig zandige, humeuze klei al dan niet met zand, veen- en/of kleibrokken. De gemiddelde dikte van de bouwvoor bedraagt circa 0,4 m. Ter hoogte van boringen 23, 25 en 34 reikt de verstoring dieper (circa 1 - 1,3 m -Mv). Bij boring 34 is vermoedelijk een oude sloot aangeboord en bij boorlocaties 23 en 25 komen leidingen voor.De archeologisch relevante lagen in het plangebied worden gevormd door de top van het Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop, al dan niet afgedekt door een dunne laag klei.Het veldonderzoek heeft aangetoond dat het (klei op) veenlandschap vrijwel geheel intact is aangetroffen, enkele geïsoleerd locaties (boringen 23, 25, 34 en ter hoogte van het woonhuis en loods) daargelaten. De hoge archeologische verwachting kan derhalve gehandhaafd blijven voor de periode van de IJzertijd en later, met nadruk de Romeinse tijd en de Middeleeuwen.Hoewel het verkennend booronderzoek niet tot doel had systematisch archeologische vindplaatsen op te sporen -de boordichtheid en boordiameter zijn hiertoe ontoereikend- zijn tijdens het veldonderzoek archeologische indicatoren aangetroffen. Deze zijn allen aan het maaiveld aangetroffen in opgebracht materiaal (slootbagger) ten oosten van de perceelssloot langs de westgrens van het plangebied (tussen boringen 23 en 44). Het betreft in totaal 11 aardewerkfragmenten

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/DANS-X76-Y2W6
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/DANS-X76-Y2W6
Provenance
Creator RAAP Archeologisch Adviesbureau
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R.C.B. Steenbak
Publication Year 2022
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact R.C.B. Steenbak (Provincie Noord-Brabant)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/zip; text/xml; application/pdf; application/gml+xml; application/x-msaccess
Size 21439; 6454; 830; 1265; 18807; 10691; 4533; 2361; 1421; 1678; 1831; 1895; 2143; 5860; 1057; 1624; 1902; 1391; 1614258; 978; 1602; 146986; 1445; 977; 1280; 1575802; 907; 1850; 2963; 980; 38275; 1470; 2019; 2075; 1209; 3908; 3204; 2250; 78578; 296131; 4196534; 473063; 364103; 3031040
Version 1.0
Discipline Humanities