Galberg-NoordOp basis van de eerder aangetroffen archeologische waarden (grafurnen resten uit de Nederrijnse grafheuvel cultuur) en de vastgestelde gunstige landschappelijke ligging met bijbehorende bodemkundige, hydrologische omstandigheden wordt de middelhoge verwachting van de IKAW bijgesteld naar een hoge verwachting voor vondsten en sporen uit het Mesolithicum tot en met de Nieuwe Tijd. Op basis van de vastgestelde landschappelijke ligging wordt de middelhoge verwachting van de IKAW voor sporen uit het Laat-Paleolithicum voor het afgegraven westelijk en zuidelijk deel van het plangebied behouden. De diepte van deze archeologische waardevolle laag zal bij ontgraving voor het grootste deel bewaard blijven.Op grond van deze twee conclusies wordt voor het plangebied een waarderend proefsleuven onderzoek aanbevolen. Hiermee kan enerzijds specifiek worden gekeken naar eventueel aanwezige kringgreppels en urnen in de top van het aanwezige duinzand. In de top van de terrasafzettingen op circa 1 m diepte kunnen anderzijds eventueel aanwezige vondsten (complextype: jachtkampementen, nederzettingen) uit het Laat-Paleolithicum worden onderzocht (Bijlage 5).Galberg-ZuidOp basis van de vastgestelde ongunstige landschappelijke ligging, met bijbehorende bodemkundige, hydrologische omstandigheden en het ontbreken van archeologische indicatoren wordt de middelhoge verwachting voor het zuidelijk deel van de IKAW bijgesteld naar een lage verwachting voor vondsten en sporen uit het Mesolithicum tot en met de Nieuwe Tijd. Er hoeft dan ook geen verder vervolgonderzoek gedaan te worden.Het noordelijk deel van het plangebied behoudt de middelhoge verwachting voor het aantreffen van archeologische waarden aangegeven door de IKAW en de archeologische beleidskaart van Cuijk. Geadviseerd wordt om in dit gebied een bodemverstoring van 80 cm als maximum aan te houden, zodat eventueel aanwezige archeologische vondsten uit het Laat-Paleolithicum behouden zullen blijven.