Bureau voor Archeologie heeft een bureau- en inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen uitgevoerd voor bouwwerkzaamheden aan de Bennevelderstraat 36 te Benneveld. De vraagstelling van het onderzoek luidt: hoe kan rekening gehouden worden met eventuele archeologische waarden bij de voorgenomen ontwikkeling? Het onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de richtlijnen van de KNA, protocollen 4002 en 4003. In het kader van het onderzoek zijn kaarten, databases en literatuur geraadpleegd om te komen tot een gespecificeerde archeologische verwachting van het gebied.De beoogde ontwikkeling bestaat uit de bouw van een woonhuis. De fundering van de woning zal waarschijnlijk reiken tot ca. 80 cm -mv. Het plangebied ligt in archeolandschap 'Keileemgebied'. De ondergrond bestaat uit een grondmorene. Hierop heeft zich gedurende de laatste ijstijd een dekzandrug gevormd. Deze dekzandrug is in alle archeologische perioden aantrekkelijk voor bewoning. In de top van het dekzand heeft zich een loopodzolgrond of een laarpodzolgrond ontwikkeld. In de omgeving van het plangebied zijn resten van menselijke aanwezigheid uit het Mesolithicum, Neolithicum, Late Bronstijd en de Romeinse tijd aangetroffen. Omdat resten uit het het Mesolithicum of Neolithicum met name nabij beekdalen worden verwacht en het plangebied niet nabij een beekdal ligt worden dergelijke resten niet verwacht. In de Middeleeuwen is Benneveld ontstaan. Het plangebied ligt aan de zuidrand van de historische kern van Benneveld. Het plangebied ligt op de grens tussen de oude bouwlanden van Benneveld en het Bennevelder veld. Het plangebied lag mogelijk rond 1800 (Hottinger kaart) op het erf van de huidige boerderij die ongeveer 50 m ten noordwesten van het plangebied ligt.In het plangebied zijn vijf boringen gezet tot maximaal 190 cm -mv. In aanvulling hierop zijn twee boringen waarin een B-horizont aanwezig is opnieuw gezet naast het 7 cm Edelman boorgat met een 15 cm Edelmanboor. Het sediment is gezeefd over een 4 mm zeef. Uit het booronderzoek blijkt dat de ondergrond bestaat uit kleileem (grondmorene en dekzand). Hierop is een eerdlaag aanwezig.In één boorprofiel is de bodem verstoord tot in de C-horizont. De verstoring reikt tot 150 cm -mv. In twee boorprofielen is de bodem deels intact; in de top van het dekzand/kleileem is een B-horizont aanwezig. In boorprofielen de overige boorprofielen ligt de eerdlaag direct op de C-horizont. Hier is de B-horizont verploegd.Er zijn geen aanwijzingen voor archeologische waarden. De eerdlaag laat zien dat het plangebied lang als bouwland is gebruikt. Er zijn geen vondsten of lagen die laten onderbouwen dat het plangebied onderdeel is van een mogelijk 17e eeuws erf. De verstoring is beperkt van omvang en de kans op resten gerelateerd aan dit erf is daarom laag. Het sediment uit de twee boringen waarin een intacte bodem is aangetroffen heeft geen archeologische indicatoren opgeleverd. Op basis hiervan wordt geconcludeerd dat resten uit de Bronstijd-Vroege Middeleeuwen waarschijnlijk niet aanwezig zijn. Het is niet uitgesloten dat ter plaatse van de intacte bodem nog grondsporen uit de Bronstijd-Vroege Middeleeuwen aanwezig zijn. Dit geldt echter voor een beperkt deel van het plangebied. De omvang is te gering om vervolgonderzoek te rechtvaardigen.Bureau voor Archeologie adviseert het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Dit onderzoek is met grote zorgvuldigheid uitgevoerd. Het is echter nooit uit te sluiten dat toch archeologische resten worden aangetroffen bij de graafwerkzaamheden. Eventuele archeologische resten is men verplicht te melden bij de Minister van OCW in overeenstemming met de Erfgoedwet uit 2016. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemen met de gemeente Coevorden.
Bennevelderstraat 36, Benneveld, gemeente Coevorden: een bureau- en inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen in de verkennend fase
Date: 2017-03-22 (startdatum)
Date: 2019-03-04 (einddatum)