Tijdens het proefsleuvenonderzoek in het plangebied aan de Kromveld te Deurne zijn twee proefsleuven aangelegd met een gezamenlijke oppervlakte van circa 141 m². In de proefsleuven zijn 38 sporen aangetroffen, namelijk vier delen van greppels, 14 kuilen, 14 paalkuilen, een sleuf met een ijzeren leiding, een restant van een trap, restant van een zinkput en drie natuurlijke sporen.Vanwege de verwachting uit het bureauonderzoek was een van de doelen van het proefsleuvenonderzoek onderzoeken of er nog resten van een barak en perceelgreppel van het NAD-kamp aanwezig waren. Er zijn slechts indirecte aanwijzingen in de vorm van een uitbraakspoor met puin ter plaatse van de verwachte barak aanwezig. Bij de coupe zijn geen resten van een fundering aangetroffen. Mogelijk behoren het restant van de trap en de zinkput tot de barak. Ook kan de ijzeren leiding bij het kamp gehoord hebben, al is dit slechts speculatie.De overige sporen zijn een palenrij van mogelijk een hekwerk, twee delen van een perceelgreppel die te dateren is tussen 1900 en 1935 op basis van historische kaarten en nog enkele kuilen met puin die niet nader te dateren zijn dan Late Nieuwe tijd/ subrecent. Ook de vondsten, fragmenten van glas en porselein, krijgen deze datering.De lage waardering van de vindplaats leidt tot een selectieadvies: niet behoudenswaardig. Het selectieadvies is daarom dan ook om geen vervolgonderzoek uit te voeren en het plangebied vrij te geven voor verdere ontwikkeling.