Laagland Archeologie heeft in maart 2020 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Noorderweg 65 te Noordhorn. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de aanleg van een nieuwe stal en vervanging van een reeds bestaande stal.Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.Op basis van het bureauonderzoek worden resten uit de periode midden-Neolithicum tot en met Nieuwe Tijd verwacht. Het plangebied ligt op een keileemrug, die onderdeel is van een stelsel van mega flutes waartoe ook de Hondsrug behoort. Op de bodemkaart is een plaggendek (hoge zwarte enkeerdgrond) aangegeven op deze keileemrug, maar op basis van nadere gegevens wordt betwijfeld dat hier daadwerkelijk een plaggendek aanwezig is. In de omgeving zijn weinig archeologische resten bekend. Er is echter ook maar weinig (gepubliceerd) archeologisch onderzoek verricht. Op basis van oude kaarten is bekend dat bebouwing nagenoeg grensde aan het zuidelijke deel van het plangebied en door het plangebied liep een deel van een oude gracht. Het verwachtingsmodel is getoetst en aangevuld door middel van verkennend booronderzoek. Het verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.Uit het verkennend booronderzoek blijkt dat de bodem tot in de C-horizont is verstoord. De kans dat het gebied nog archeologische resten met een intacte archeologische context bevat wordt daarom laag geacht.Op basis van de resultaten van het veldonderzoek wordt geadviseerd geen archeologisch vervolgonderzoek in het plangebied uit te voeren en het plangebied vrij te geven voor het aspect archeologie.De implementatie van dit advies is in handen van de bevoegde overheid, de gemeente Zuidhorn. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door haar deskundige, Stichting Libau.Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.4) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).