Tussen 9 en 12 december 2019 is door Archeologie West-Friesland een opgraving uitgevoerd aan de Ruyterstraat 27 in Oudeschild, gemeente Texel. Dit terrein lag jarenlang braak nadat de vroegere SPAR supermarkt in 2008 was afgebrand. Het plangebied werd in 2019 aangewezen voor de ontwikkeling van vijf woningen. Het onderzoeksgebied lag tot in de late 19de eeuw in het meeste noordelijke puntje van de bebouwing van Oudeschild. Tot de aanleg van een smederij in 1878 is het terrein onbebouwd geweest. Wel liep er in ieder geval vanaf 1795 een brede sloot dwars door het plangebied die het verlengde vormde van de oude in 1618 gegraven Skilsloot tussen de Wezenputten en de Waddenzee. De opening van een nieuwe haven ten noorden van Oudeschild in 1784 noodzaakte een verplaatsing van de vaarroute voor pramen gevuld met vaten ijzerhoudend water uit de Wezenputten ter bevoorrading van zeegaande schepen die op de Rede van Texel voor anker lagen. Tijdens het archeologisch onderzoek kwam duidelijk de naaldhouten beschoeiing van de rond 1927 gedempte Skilsloot in beeld. Dendrochronologische dateringen van enkele monsters uit de houtconstructie wezen erop dat het hout van een plank en een paal gekapt is in respectievelijk de winter van 1788-1789 en de winter van 1748-1749. Deze dateringen sluiten goed aan op de historische vermelding dat de Skilsloot in 1795 verlegd werd van de Jeneverbuurt naar de nieuwe haven. Hoogstwaarschijnlijk is dit deel van de sloot uitgegraven in de loop van een klein natuurlijk veengeultje dat al eerder de begrenzing van de achtererven van de bebouwing van Oudeschild langs de zeedijk bepaalde. Uit het archeologisch onderzoek bleek dat het terrein tussen de oude zeedijk en de Skilsloot op zeker moment is opgehoogd met donkere kleiige grond vermengd met dorpsafval. Van de smederij werden weinig restanten in de bodem aangetroffen. Meest kenmerkend is het restant van een vermoedelijke smeedhaard van rode en gele bakstenen met een vloertje van rode en groen geglazuurde plavuizen gefundeerd op houten balken en planken. Fragmenten van onder andere een Spaanse olijfamfoor, een Chinees porseleinen kop voor de Amerikaanse markt, een Oost-Aziatische martavaan en een kokosnoot, bevestigen het beeld van Oudeschild als een bloeiend dorp dat in de 17de en 18de eeuw sterk profiteerde van de druk bevaren Rede van Texel. Samenvattend heeft dit onderzoek een interessante inkijk gegeven op het leven van de inwoners van Oudeschild in een periode die in de Texelse geschiedenis weinig aandacht krijgt. Doorgaans ligt de nadruk van de Texelse geschiedschrijving op het welvaren van het eiland tijdens de hoogtijdagen van de VOC en het reilen en zeilen op de Rede van Texel. De archeologische documentatie van een gedempt deel van de verlengde Skilsloot uit 1795 schetst een beeld van de pogingen die men eind 18de eeuw ondernam om de welvaart van Oudeschild in een tijd van oorlog en verval in stand te houden. De aanleg van het Noord-Hollands kanaal in 1824 deed het belang van de rol van Oudeschild en de Rede van Texel in de overzeese handel sterk dalen. Het veelvuldig aangetroffen vondstmateriaal uit de 19de eeuw sluit goed op dit overwegend negatieve beeld aan.
West-Friese Archeologische Rapporten 169
Date Submitted: 2022-03-07