In opdracht van Rho Adviseurs B.V. heeft IDDS Archeologie in mei 2017 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd voor twee deelgebieden aan de Korte Kuipersweg in Epe, gemeente Epe. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande herontwikkeling van de twee deelgebieden: ter plaatse van een bestaande parkeerplaats wordt een appartementengebouw gerealiseerd (locatie 1) en aan de overzijde van de weg wordt een bestaande parkeerplaats uitgebreid op een braakliggend stuk grond (locatie 2). Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied waarschijnlijk is gelegen op de grens van twee afzettingstypen. De ligging van het plangebied in een droog dal is mogelijk, maar het plangebied kan ook liggen op de overgang naar een glooiing van sneeuwsmeltwaterafzettingen die al dan niet bedekt zijn met dekzand. Archeologische resten kunnen worden verwacht in de top van de C-horizont, die op basis van eerder onderzoek verwacht wordt rond 1,0 m –mv, en kunnen dateren vanaf het ontstaan van deze afzettingen in het Paleolithicum. Uit de omgeving van het plangebied zijn archeologische resten vanaf het Laat Neolithicum bekend. Eventuele resten in het plangebied zullen naar verwachting behoren tot vondsten en sporen van (tijdelijke) bewoning of off-site activiteiten als akkerbouw, veeteelt of jacht. Resten van de historische dorpskern van Epe worden niet verwacht, omdat het plangebied aan het begin van de 19e eeuw nog buiten de dorpskern lag. De kans is groot dat op locatie 1 sprake is van verstoringen als gevolg van de vroegere bebouwing. Hoe omvangrijk deze verstoringen zijn en of ze reiken tot in het archeologisch niveau is niet bekend. Op beide locaties kunnen verstoringen worden verwacht die te maken hebben met agrarische activiteiten. Het booronderzoek heeft aangetoond dat in tegenstelling tot het bureauonderzoek de beide deellocaties niet liggen op sneeuwsmeltwaterafzettingen of in een droog dal, maar op afzettingen van daluitspoelingswaaiers. De archeologische verwachting uit het bureauonderzoek wordt wel bevestigd. Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek wordt geadviseerd om in beide deellocaties een vervolgonderzoek uit te laten voeren indien het archeologische niveau bedreigd wordt door werkzaamheden. Rekening houdend met een veiligheidsmarge van 20 cm betekent dit dat voor werkzaamheden die dieper reiken dan 0,9 m -mv op deellocatie 1 en dieper dan 0,3 m –mv op deellocatie 2 vervolgonderzoek wordt geadviseerd.