Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een verkennend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Marconistraat 15 te Tiel. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen bouw van een bedrijfspand.
De oppervlakte van het plangebied bedraagt 6000 m2 een verstoringsdiepte van maximaal 5 meter (heipalen), maar over het algemeen tot ca. 1 meter beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.
Op basis van het bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld.
Het plangebied ligt op een rivieroeverwal met daarin een kalkhoudend ooivaaggrond. Gezien de ouderdom van de te verwachte afzettingen kunnen in het plangebied vindplaatsen aanwezig zijn vanaf de IJzertijd tot en met de Nieuwe Tijd
Voor het Laat-Paleolithicum tot en met de Bronstijd geldt een onbekende verwachting. Resten uit deze perioden zijn weinig bekend in de omgeving, en gezien de ouderdom van de afzettingen (Afgezet door de Avezaath stroomgordel vanaf 2410 BP) komen resten uit deze perioden ook niet voor in de te verwachten afzettingen. Mogelijk liggen deze nog dieper, maar gezien de beperkte verstoringsdiepte (ca. 1 meter beneden maaiveld) zullen resten uit deze perioden ook niet in gevaar komen.
Voor de IJzertijd tot en met de nieuwe Tijd geldt een hoge verwachting. Aangezien de verwachte rivierafzettingen in het plangebied zijn afgezet door de Avezaath stroomgordel (actief vanaf 2410 BP) was het plangebied vanaf dat moment goed bewoonbaar. Aangezien er een rivieroeverwal wordt verwacht in het plangebied, was het ook een aantrekkelijke woonplaats. Dit gecombineerd met de hoge verwachting op basis van de beleidskaart van de gemeente Tiel, de bekende archeologische resten uit de directe omgeving van het plangebied en de bekende archeologische resten op soortgelijke rivierafzettingen, zorgen voor een hoge verwachting voor resten uit deze perioden.
Bodemgaafheid: op basis van de bekende gegevens heeft de weg die door het plangebied heeft gelopen mogelijk voor verstoringen gezorgd. Verder zijn er echter geen aanwijzingen dat de bodem verstoord is.
Het natuurlijke bodemtype is in het hele plangebied relatief diep verstoord. Dit lijkt te maken te hebben met zand- of kleiwinning, Echter reikt de verstoring in slechts één boring (boring 3) tot in de oeverafzettingen, waardoor dit pakket in alle andere boring intact is aangetroffen. In de overige boringen reikt de verstoring tot in een pakket komafzettingen (boring 2, 5 en 6) of tot in een pakket jongere oeverafzettingen (boring 1 en 4), welke nog op de komafzettingen is aangetroffen.
Vuursteenvindplaatsen bestaan voornamelijk uit strooiing van fragmenten vuursteen en ondiepe grondsporen, zoals haardkuilen, en bevinden zich in de bovengrond van de oorspronkelijke podzolgrond. Aangezien deze hier niet zijn onderzocht, worden er ook geen dergelijke resten verwacht.
Nederzettingsresten uit het Neolithicum tot en met de Nieuwe Tijd bestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit diepere sporen zoals paalgaten en afvalkuilen. De verwachting in het plangebied geldt echter voor IJzertijd tot en met Nieuwe Tijd. Deze sporen kunnen tot in de C-horizont reiken en zijn mogelijk nog intact. Tijdens het booronderzoek is echter geen potentieel archeologisch niveau aangetroffen, en bovendien is het pakket oeverafzettingen (waarvoor de hoogste verwachting geldt) kalkrijk. Hierdoor wordt de kans op archeologische resten in het plangebied klein geacht.
Het verwachte beddingzand, welke volgens de zanddieptekaart binnen 1 meter beneden maaiveld zou moeten zitten, is niet aangetroffen. Wel is in de twee zuidelijke boringen (3 en 6) een pakket aangetroffen wat qua samenstelling lijkt op beddingzand (grof , slecht gesorteerd, niet afgerond zand). Echter is in dit pakket kleibrokken en fragmenten plastic aangetroffen. Dit betreft een opgebracht pakket. Mogelijk is dit pakket geïnterpreteerd als beddingzand, waardoor dit op de zanddieptekaart als zodanig staat vermeld.
Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd.