In opdracht van Croonen Adviseurs heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in december 2006 een bureau- en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in ver- band met bouwplannen in plangebied Ladonk en deelgebieden Vorst en Boseind te Boxtel in de gemeente Boxtel. Doel van dit onderzoek was eventueel aanwezige archeologische resten op te sporen en, voor zover mogelijk, een eerste indruk te geven van de kwaliteit (gaafheid en conservering), aard, datering, omvang en diepteligging ervan. In plangebied Ladonk is een veldinspectie en/of verkennend booronderzoek uitgevoerd. In deelgebieden Vorst en Boseind is, in aanvulling op een archeologisch onderzoek uit 2001, een karterend veldonderzoek uitgevoerd. Uit het bureauonderzoek is gebleken dat plangebied Ladonk, deelgebied Vorst en deelgebied Boseind weliswaar in het Brabants dekzandgebied liggen, maar dat de bodemkundige ontwikkeling nogal verschilt. Deelgebied Boseind en plangebied Ladonk maakten in historische tijden deel uit van het grote landbouwareaal van Boxtel. Deelgebied Vorst behoorde in historische tijden niet tot dit grote landbouwa- reaal, maar tot de woeste gronden en bestond in deze periode uit aangeplant bosgebied. Op basis van de landschappelijke, archeologische en historische gegevens is de verwachting voor de aanwezigheid van vindplaatsen van jagers/verzamelaars hoog voor de oostelijke helft van het deelgebied Boseind. Voor de westelijke helft van deelgebied Boseind, deelgebied Vorst en plangebied Ladonk geldt een lage verwachting voor vindplaatsen van jagers/verzamelaars. De verwachting voor het aantreffen van vindplaatsen van landbouwers is hoog voor het hele deelgebied Boseind; hier is een nederzetting uit de Late IJzertijd/Romeinse tijd bekend. Voor het deelgebied De Vorst is deze verwachting laag, maar voor plangebied Ladonk is deze verwachting middelhoog. Plangebied Ladonk Het verkennend booronderzoek leverde in plangebied Ladonk geen vondsten op. Met betrekking tot de terreinen die niet of nauwelijks zijn verstoord en de terreinen die niet toegankelijk waren tijdens het veldonderzoek, wordt een karterend boor- onderzoek aanbevolen. Voor de sterk verstoorde terreindelen in dit plangebied wordt geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Deelgebied Vorst In het deelgebied Vorst is mogelijk is een fragment van een La Tene-armband uit de Late IJzertijd/Vroeg Romeinse tijd aangetroffen. Ondanks de onzekere datering van deze vondst en de mate van verstoring van de bodem wordt voor dit deelgebied een archeologische begeleiding van de graafwerkzaamheden aanbevolen, omdat het deelgebied op korte afstand van een vindplaats uit de Late IJzertijd/Vroeg Romeinse tijd ligt in deelgebied Boseind. Dit houdt in dat tijdens deze werkzaam- heden een archeoloog aanwezig is. Voorafgaand aan de begeleiding dient een Programma van Eisen te worden opgesteld. Deelgebied Boseind In deelgebied Boseind zijn aanwijzingen voor een kampement uit de Steentijd aangetroffen. Direct bij/op dit perceel was reeds een vindplaats uit de Late IJzer- tijd/Vroeg Romeinse tijd bekend en tijdens het veldwerk is hier scherfmateriaal uit deze periode, de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd aangetroffen. Ondanks het feit dat op het terrein veel grondverzet heeft plaatsgevonden en de bodem deels is verstoord, wordt een waarderend archeologisch onderzoek in de vorm van proefsleuven aanbevolen. Dit houdt in dat door middel van één of meerdere proefsleuven archeologische sporen worden blootgelegd en opgetekend. Vooraf- gaand aan het proefsleuvenonderzoek dient een Programma van Eisen te worden opgesteld. Met betrekking tot deze aanbevelingen dient contact te worden opgenomen met de beleidsmedewerker archeologie van de Provincie Noord-Brabant, dr. M. Meffert.
