De onderzoekslocatie ligt op een kwelderwal in het noordelijk zeekleigebied, in het noorden van de Westergo. De onderzoekslocatie maakte in 500 v. Chr. nog deel uit van een waddengebied dat niet aantrekkelijk voor bewoning was. Resten uit ouder dan 300 v. Chr. worden dan ook niet verwacht. De kwelderwal op de onderzoekslocatie is vanaf de Late IJzertijd bewoonbaar geweest. Hierdoor heeft de onderzoekslocatie een hoge archeologische trefkans op archeologische resten en/of sporen uit de IJzertijd – Nieuwe Tijd. Doordat de opslibbing van de kwelders doorging tot aan de bedijking in de Middeleeuwen, zijn mogelijk meerdere archeologische niveaus in de kwelderafzettingen aanwezig. In 1718 was de onderzoekslocatie nog onbebouwd. In 1832 was de onderzoekslocatie onbebouwd en in gebruik voor tuinbouw. De huidige bebouwing is tussen 1961 en 1973 gerealiseerd.Of nog archeologische resten op de onderzoekslocatie aanwezig zijn, hangt af van de intactheid van het bodemprofiel. Ter plaatse van de huidige bebouwing is het archeologisch niveau mogelijk al deels verstoord.Tijdens het karterende booronderzoek zijn de verwachtte kwelder- en wadafzettingen aangetroffen. De bodem op de onderzoekslocatie is tot 80 á 110 cm –mv vergraven. In dit vergraven pakket zijn baksteenfragmenten, fragmenten aardewerk uit de Nieuwe Tijd, steenkool, houtskool en recent glas aangetroffen. Onder het vergraven pakket is de C-horizont aanwezig.Geconcludeerd kan worden dat door recente vergravingen de archeologische trefkans kan worden bijgesteld naar laag.
Issued: 2011-11-08