De algemene opbouw van het plangebied bestond uit een AC-profiel, waarbij de A-horizont mogelijk een verstoord esdek betrof en veel puin bevatte. Een eventueel aanwezige oorspronkelijke bodem was tot in de C-horizont verstoord. Bij het zeven zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Op grond van de eerste kadastrale kaart blijkt dat het plangebied rond 1824 onbebouwd was. BAAC bv concludeert daarom, dat mogelijke archeologische waarden bij de bouw en sloop van diverse panden na dit tijdstip verstoord dan wel vernietigd zijn. Derhalve wordt de archeologische verwachting van het plangebied bijgesteld naar een lage verwachting voor alle perioden.Aangezien zowel de antropogene bovenlaag als de top van de natuurlijke ondergrond verstoord is, zijn eventueel aanwezige archeologische waarden verstoord dan wel vernietigd. Derhalve adviseert BAAC bv dat bij bodemverstorende activiteiten vervolgonderzoek niet noodzakelijk is.