In plangebied De Bréautélaan-Heiweg-Middenweg te Vught heeft BAAC in opdracht van Aannemingsmaatschappij Van Gelder B.V. een opgraving, variant archeologische begeleiding (AB) uitgevoerd. De aanleiding voor het archeologisch onderzoek was het vervangen van het oude riool en plaatsen van een nieuwe riool, waarbij tot een diepte van 2,4 m -mv werd gegraven. Hierbij bestond een gerede kans dat archeologische waarden vernietigd zouden worden.Het plangebied bevindt zich in lichtgolvend dekzandlandschap waarin veldpodzolen zijn ontstaan. Het dekzand is afgedekt door stuifzand dat in verschillende diktes voorkomt. Uit de bodemprofielen blijkt dat het plangebied in een dekzandgebied ligt, waarin nog restanten van het oorspronkelijke podzolprofiel herkenbaar zijn.In het nieuw gegraven riooltracé zijn op diverse locaties grachten van de linie van 1629 aangetroffen. De grachten zijn meters breed, maar vaak schuin aangesneden waardoor de exacte breedte niet kon worden bepaald. Het merendeel van de grachten is door de eeuwen heen dichtgestoven en in één geval is een gebrokte vulling van een snelle dichting gezien. Bij projectie van de grachten op de belegeringskaart van 1629 kan bepaald worden dat sporen van de binnenste gracht, van de buitenste gracht en van een schans zijn aangetroffen. Andere sporen of vondsten (kogels, wapen etc.) uit deze periode waren niet aanwezig. Door het onderzoek kan het beeld van de circumvallatielinie verder worden aangevuld en kan de belegeringskaart van 1629 beter gegeorefereerd worden. Ook is tijdens het onderzoek vastgesteld dat één van de zuidelijke grachten mogelijk opnieuw is uitgegraven in het kader van de aanleg van lunet IV en bijbehorende verdedigingswerken.In De Bréautélaan zijn karrensporen aangetroffen. Mogelijk zijn deze ontstaan tijdens de aanleg van de linie in 1629, maar mogelijk zijn deze ook al ouder. Ten noorden van het plangebied bevindt zich een kruispunt van paden die over de heide liepen van o.a. Vught naar Cromvoirt. In de tweede helft van de 18e en het begin van de 19e eeuw werd het plangebied ontgonnen. Deze ontginningen zijn te herkennen aan gebrokte lagen met restanten van het oorspronkelijke podzolprofiel en stuifzand. Ook zijn perceelsgrenzen in de vorm van greppels aangetroffen.Indien in de toekomst weer graafwerkzaamheden plaatsvinden, ofwel in het kader van de vernieuwing van het riool ofwel op percelen langs het plangebied of elders in de gemeente ter plaatse van de circumvallatielinie, dan zal een archeologisch onderzoek zeker zinvol zijn.