Covikseweg 7 te Steenderen. Gemeente Bronckhorst, Bureau- en Inventariserend Veldonderzoek, Verkennend booronderzoek

DOI

Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een verkennend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Covikseweg 7 te Steenderen. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen verlenging van een biggenstal en vergroting van een kraamstal. De oppervlakte van de toekomstige bodemverstoring bedraagt 976 m2 verspreid over 2 gebieden (476 en 500 m2) met een diepte van 85 centimeter beneden maaiveld, in het westelijke deel wordt ook nog een afvoerbuis zal tot 110 centimeter beneden maaiveld reiken en een oppervlakte bedragen van 11,5 m2 (23 meter bij 0,5 meter),. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.

De top van het natuurlijke bodemtype is in het hele plangebied verstoord door ploeg- en/of graafwerkzaamheden. Vuursteenvindplaatsen bestaan voornamelijk uit strooiing van fragmenten vuursteen en ondiepe grondsporen zoals haardkuilen en bevinden zich in de bovengrond van het oorspronkelijke dekzand. Aangezien de bodem is verstoord, zijn eventueel aanwezige vuursteenvindplaatsen verloren gegaan. De middelhoge verwachting voor vuursteenvindplaatsen kan daarom naar laag worden bijgesteld. Nederzettingsresten uit het Neolithicum tot en met de Nieuwe Tijd bestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit diepere sporen zoals paalgaten en afvalkuilen. Deze sporen kunnen tot in de C-horizont reiken. De bodem is echter tot gemiddeld 1,0 meter verstoord (8,2 m +NAP) in het oostelijke deel en ook dit niveau is waarschijnlijk verstoord. Tijdens het booronderzoek zijn daarnaast geen archeologische resten of indicatoren aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid van een vindplaats uit deze perioden. Daarom kan de verwachting om archeologische waarden uit de perioden Neolithicum tot en met de Nieuwe Tijd aan te treffen voor het plangebied naar laag worden bijgesteld. In het westelijke deel kan dit echter nog intact aanwezig zijn, de top van het intacte dekzand ligt op gemiddeld 0,8 m beneden maaiveld (8,6 m +NAP). Het archeologisch onderzoek ten westen van het plangebied heeft een archeologisch sporenniveau aangetoond op 8,6 m +NAP. Het verwachte esdek is niet aangetroffen en ook de rivierduin afzettingen zijn niet aangetroffen. Deze zullen zich waarschijnlijk dieper onder het aangetroffen dekzand bevinden.

Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag nader archeologisch onderzoek geadviseerd omdat de ingrepen mogelijk in het bereik komen van het archeologische niveau. Voortschrijdende inzichten bij het ontwerp hebben er toe geleid dat de ontgravingsdiepte tot mogelijk 8,2 m +NAP zullen komen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/RF0MK2
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/RF0MK2
Provenance
Creator S. Ransijn; T. van Essen
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor E. Krist; T. van Essen; F. Stevens; S. Ransijn; Synthegra B.V.
Publication Year 2023
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact E. Krist (Synthegra B.V.)
Representation
Resource Type Dataset
Format audio/midi; application/vnd.mif; application/pdf
Size 1; 291; 656; 577; 2517513
Version 2.0
Discipline Humanities
Spatial Coverage Leusden