Bureauonderzoek en Karterend Booronderzoek Archeologie Plangebied Korenburgerveenweg 20-22 te Winterswijk-Corle Gemeente Winterswijk

DOI

Hamaland Advies heeft een archeologische bureauonderzoek en booronderzoek uitgevoerd voor het plangebied Korenburgerveenweg 20-22 te Winterswijk-Corle ten behoeve van de bouw van een nieuwe jongveestal. Het plangebied heeft een oppervlakte van ca. 1.000m² (Zie Afbeelding 1 enbijlage 1). De nieuwe bodemverstoring is onbekend maar verwacht mag worden dat door de fundering tot ca. 100cm onder het maaiveld nieuwe verstoringen optreden.Het plangebied heeft een lage archeologische waarde op de archeologische beleidskaart van Gemeente Winterswijk. In het bestemmingsplan buitengebied Winterswijk heeft het plangebied de dubbelbestemming Waarde Archeologie 1.Op basis van de dubbelbestemming is archeologisch onderzoek verplicht bij bodemingrepen groter dan 50m² en dieper dan 40 cm-mv (Gemeente Winterswijk, 2009). Het plangebied dient vanwege de oppervlakteoverschrijding in het kader van de omgevingsvergunning (bouwen) te worden onderzocht. Het uitgevoerde onderzoek bestaat uit een KNA conform bureauonderzoek dat aangevuld is met een inventariserend veldonderzoek (karterende fase).ConclusieHet bureauonderzoek toonde aan dat er een lage kans is op archeologische waarden in het plangebied vanaf de Prehistorie tot en met de Middeleeuwen en een hoge vondstkans voor de periode Late Middeleeuwen tot de Nieuwe Tijd. Door de heideontginning, landbewerking, de aanleg van het erf Peele bestaat er een grote kans op een verstoring tot onder het archeologisch waardevol niveau. Ter toetsing van de bodemopbouw en de archeologische waarde is daarom een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in de vorm van een karterend booronderzoek.De aangetroffen bodemopbouw bestaat vanaf het maaiveld tot ca.100 cm-mv uit een graszode met daaronder een verploegde A/C-horizont op een ondergrond van dekzand. De bodem is in alle 5 boringen tot in de top van de C-horizont verstoord.Op basis van de onderzoeksinspanning, waarbij geen intacte bodem, geen archeologisch relevante indicatoren en geen cultuurlagen zijn aangetroffen, is er geen reden om archeologische vindplaatsen aan te kunnen treffen in het plangebied. Er zijn voor de archeologie geen gevolgen vanuit de voorgenomen bodemingrepen.Wat betreft landschappelijke ligging en verwacht oorspronkelijk bodemtype geeft het booronderzoek een overeenstemmend beeld met dat wat verwacht werd op basis van het bureauonderzoek. De verwachte (sub)recente bodemverstoring is bevestigd met het veldonderzoek. SelectieadviesTijdens het karterend booronderzoek is aangetoond dat de bodemopbouw volledig verstoord is en er zijn geen relevante archeologische indicatoren aangetroffen. De lage verwachting voor archeologische vindplaatsen vanaf het Laat Paleolithicum wordt hiermee bevestigd. De hoge verwachting voor de periode Late Middeleeuwen tot de Nieuwe Tijd wordt niet bevestigd. De kans dat de voorgenomen graafwerkzaamheden een bedreiging vormen voor het archeologische bodemarchief is verwaarloosbaar. Hamaland Advies adviseert daarom om geen vervolgonderzoek uit te laten voeren en de verwachtingswaarde aan te passen naar Laag met als indicatie ‘verstoord’.VoorbehoudBovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Met nadruk wijst Hamaland Advies erop dat dit selectieadvies nog niet betekent dat reeds bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek zullen namelijk eerst moeten worden beoordeeld door de bevoegde overheid (Gemeente Winterswijk, dhr. K. Meinderts), die vervolgens een selectiebesluit neemt. SelectiebesluitHet conceptrapport en het selectieadvies zijn op 11 maart 2015 beoordeeld door het bevoegd gezag (dhr. K. Meinderts) en diens adviseur (drs. M. Kocken, Regionaal Archeoloog van Omgevingsdienst Achterhoek (ODA). De beoordeling van het concept rapport geeft geen aanleiding tot het maken van (inhoudelijke) opmerkingen. Op basis van de resultaten van het archeologisch vooronderzoek wordt in het plangebied geen archeologische vindplaats verwacht. Er wordt derhalve geen vervolgonderzoek geadviseerd. Dit selectieadvies wordt onderschreven.Verder dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) kenbaar te worden gemaakt, om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: ‘Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij onze minister’. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Het verdient aanbeveling ook de verantwoordelijk ambtenaar van de Gemeente Winterswijk (K. Meinderts) hiervan per direct in kennis te stellen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zye-ejdb
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zye-ejdb
Provenance
Creator E.E.A. van der Kuijl
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor EEA Kuijl, van der
Publication Year 2021
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact EEA Kuijl, van der (Hamaland Advies)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 8096; 8668; 1019; 2389; 2369577
Version 1.0
Discipline Humanities