Bij de archeologische begeleiding van de vervanging van het riool in een deel van Scheveningen Dorp zijn geen archeologische resten aangetroffen. Evenmin zijn bij dit onderzoek aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van een laag duinzand die tot de Laag van Voorburg gerekend kan worden. Een belangrijke oorzaak hiervoor kan zijn dat voorafgaand aan de opbouw van de kalkhoudende duinen van de Laag van Den Haag op uitgebreide schaal erosie van het oudere landschap optrad. Bij het onderzoek zijn geen 'desert pavements' herkend. De kans dat dergelijke erosie intensief bewoonde nederzettingsterreinen heeft opgeruimd kan daarom als gering worden ingeschat.In het plangebied zijn ook geen resten aangetroffen van het oude dorp Scheveningen zoals dat voor de Allerheiligenvloed van 1570 bestond.De kans dat elders op Scheveningen, zo dicht tegen de kust aan, goed geconserveerde bodems op de Laag van Voorburg worden aangetroffen moet als gering worden aangemerkt. Recent onderzoek in het Westduin Park liet eveneens zien dat de top van de Laag van Voorburg door erosie op veel plaatsen verdwenen is. Andere onderzoeken die een vergelijkbaar beeld laten zien zijn uitgevoerd ter hoogte van het Circustheater, Meeuwenhof en Plevierhof. Ook de resultaten van de onderzoeken in en langs de Dr. Lelykade aan de haven van Scheveningen wijzen in de richting van uitgebreide erosie voorafgaand aan de opbouw van de Laag van Den Haag. Op basis van dit onderzoek en de hiervoor kort aangehaalde onderzoeken verdient het dan ook aanbeveling om de archeologische waarden en verwachtingen voor dit deel van Den Haag kritisch te beoordelen.