Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied op de rand van het historisch ontginningslint
van Roelofarendsveen ligt. Het ontstaan van dit lint is reeds terug te voeren in de Late
Middeleeuwen, mogelijk al in de 10e eeuw. Pas vanaf toen werd het gebied bewoonbaar,
aangezien het plangebied in de perioden daarvòòr een veenmoeras was. Terwijl in de omgeving
van Roelofarendsveen vermoedelijk vervening en later tuinbouw plaatsvond, is het
ontginningslint langs het Zuideinde nooit afgegraven. Archeologisch gezien betekent dit dat in
het westen van het plangebied met name voor de Late Middeleeuwen een archeologische
verwachting geldt. In de omgeving van het plangebied zijn niet eerder resten uit deze periode
gevonden. Theoretisch gezien kunnen resten uit die tijd echter wel in het plangebied begraven
liggen. Op grond van historische kaarten valt af te leiden dat het lint al in de 17e eeuw
bewoond was, waardoor ook in de periode daarvoor bewoning langs het lint aanwezig zou
kunnen zijn geweest. Het oosten van het plangebied is in de 17e eeuw echter nog water
(Paddegat) en ook na de aanleg van de ringdijk in de 19e eeuw heeft er geen bebouwing in het
plangebied gestaan. Er geldt daarom voor de periode Late-Middeleeuwen/Nieuwe tijd een
middelhoge archeologische verwachting. Voor de overige archeologische perioden geldt een
lage archeologische verwachting. Het plangebied heeft namelijk voor de ontginning in een
omvangrijk moeras gelegen dat geen bewoningsmogelijkheden geboden heeft voor de periode
Bronstijd-Vroege Middeleeuwen. Daarvoor, in het Neolithicum, lag het plangebied in een
waddenzee-kweldervlakte die ook weinig mogelijkheden voor bewoning had. Theoretisch
gezien zou een oever van een kreek bewoningsmogelijkheden hebben geboden. Deze zouden
zich dan moeten kenmerken door gerijpte oeverwallen langs een kreek. De vraag is dan ook of
deze in het plangebied aanwezig zijn aan de basis van het veen. Resten uit de periode LaatPaleolithicum-Mesolithicum bevinden zich op de top van het dekzand, op een diepte van naar
verwachting 10 m -Mv (op basis van informatie uit het Dinoloket). Daarom wordt voor deze
periode een onbekende verwachting afgegeven en zal deze vanwege de grote diepteligging en
de geringe omvang van dit plan buiten beschouwing worden gelaten.