Laarweg 4 te Uden (gemeente Uden)

DOI

ADC ArcheoProjecten heeft in juni 2019 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Laarweg 4 te Uden (gemeente Uden). De aanleiding van het onderzoek is een voorgenomen grondtransactie. Het voornemen bestaat om op onderhavige locatie enkele woningen te realiseren. Hiertoe dient voor een deel van de locatie bestemming te worden gewijzigd.Op basis van het bureauonderzoek is een gespecificeerde verwachting opgesteld. Hieruit blijkt dat het plangebied op de Peelhorst ligt, ten oosten van de Peelrandbreuk. De Peelhorst betreft een tektonisch opheffingsgebied. Als gevolg van deze opheffing liggen middenpleistocene rivierafzettingen van de Maas (Formatie van Beegden), die bestaan uit grof zand en grind, relatief dicht onder de oppervlakte. Deze afzettingen worden afgedekt door een pakket dekzand. In de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd is het gebied ten zuidwesten van Uden in gebruik genomen als landbouwgrond en is door ophoging middels met potstalmest verrijkte heideplaggen een humeus dek gevormd van meer dan 50 cm dik.Op grond van de bodemopbouw kunnen in het plangebied archeologische waarden vanaf het Laat- Paleolithicum aanwezig zijn. Een eventuele vindplaats uit het Laat-Paleolithicum tot en met het Neolithicum zal zich manifesteren als een spreiding van vuursteenartefacten en houtskool in de basis van het plaggendek en in de top van de daaronder gelegen (podzol)bodem. Ook kunnen archeologische sporen zoals haardkuilen aanwezig zijn.Een archeologische vindplaats uit het Neolithicum tot en met de Late Middeleeuwen bestaat waarschijnlijk uit de restanten van een agrarische nederzetting en manifesteert zich hoofdzakelijk door een sporenniveau in de top van de (podzol)bodem en de C-horizont. In het zuidoosten van het plangebied is op kaartmateriaal uit de 19e eeuw een boerderijerf afgebeeld en daarom geldt voor dit deel van het plangebied een hoge archeologische verwachtingswaarde voor de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd. De resten van het boerderijerf bestaan uit een omgewerkt pakket met daarin funderingsresten, afvalkuilen en resten van beer- en waterputten. Mogelijk is door de aanleg van bedrijfsgebouwen vanaf 1968 in het oosten van het plangebied sprake van een relatief diepe recente verstoring. In het overige deel van het plangebied worden enkel ondiepe verstoringen verwacht die samenhangen van het agrarisch gebruik van de locatie.Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Ter aanvulling is een profielkuil gegraven. Hieruit blijkt dat de ondergrond van het plangebied uit een pakket matig tot zeer grof, grindig zand bestaat. Het betreft middenpleistocene rivierafzettingen van de Maas. De rivierafzettingen worden afgedekt door een pakket matig fijn zand, dat als dekzand geïnterpreteerd wordt. De basis van het dekzand bestaat uit een gele tot lichtgeelgrijze zandlaag met matig tot veel roestvlekken. Dit is de C-horizont met door opstuwing van grondwater veroorzaakte wijstverschijnselen. Boven de C-horizont zijn twee 25 tot 40 cm dikke humeuze zandlagen aanwezig. Dit zijn waarschijnlijk gedurende de Nieuwe tijd als gevolg van agrarische activiteiten omgewerkte lagen grond (akkerdek), waarin een deel van de oorspronkelijke C-horizont is opgenomen. De top van een eventuele oude bodem is niet meer aanwezig en volledig opgenomen in bovenliggende lagen. In het oosten van het plangebied wordt het akkerdek afgedekt door een 30 tot 80 cm dikke, recent opgebrachte zandlaag.Door de aanleg van het akkerdek in de Nieuwe tijd en opname van de oorspronkelijke top van de C-horizont in het akkerdek zijn archeologische waarden uit het Laat-Paleolithicum tot en met de Late Middeleeuwen verstoord en niet meer intact aanwezig. Wel kunnen in het zuidoosten nog resten van een boerderijerf uit de Nieuwe tijd verwacht worden. Conform de KNA en het Verdrag van Malta is het uitgangspunt, dat behoudenswaardige planlocaties in principe in situ behouden dienen te worden. Uitsluitend indien dit niet mogelijk is, kan behoud ex situ plaatsvinden.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/DANS-2ZX-HB4G
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/DANS-2ZX-HB4G
Provenance
Creator ADC ArcheoProjecten
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.G. Nieuwenhuijsen; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2020
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact M.G. Nieuwenhuijsen (ADC ArcheoProjecten)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 8707; 7730; 949; 5802; 8170642
Version 1.0
Discipline Humanities