Klein maar zeewaardig?

DOI

ADC ArcheoProjecten heeft in samenwerking met Baars-CIPRO een waarderend inventariserend veldonderzoek (IVO) uitgevoerd op scheepwrak G01_20 in de Hoornse Hop.De in de Hoornse Hop onderzochte scheepsconstructie ligt ingebed in een pakket schelpenrijke Zuiderzeeafzettingen en bestaat uit een vlak, inhouten, een wegering en plaatselijk restanten van het boord aan stuurboordzijde. Op basis van de vorm van het wrak is het voor- en achterschip bepaald. Het achterschip heeft een brede plankvormige achtersteven en het voorschip eindigt in een heve: de vlakplanken zijn hier recht afgezaagd en lopen enigszins op. Het boord is opgebouwd uit drie karveel tegen elkaar geplaatste huidplanken met breedtes van minimaal 20 cm. Het is aannemelijk dat het boord aan de bovenzijde was uitgerust met een randgaarde of een binnenboord: een balk die over de volledige scheepslengte aan de bovenzijde van de spanten was bevestigd. Met een maximale lengte van 8,8 meter, een breedte van 2,3 meter en een geschatte holte van nog geen 7 decimeter heeft het de kenmerken van een klein, niet zeewaardig vaartuig.De aanwezigheid van de dubbele scheepshuid en de betrekkelijk dicht op elkaar geplaatste inhouten zijn zeer opvallend voor een klein scheepje. De dubbeling is gemaakt van grove den en is in combinatie met het zware stelsel van inhouten niet zozeer te interpreteren als een poging tot het oplappen van een oud vaartuig, maar lijkt specifiek te maken te hebben met een initiële, constructieve aanpassing aan het beoogde vaargebied. Het geeft aan dat het niet incidenteel de zee op is gevaren en vormt een tegenstelling met de eerdere vaststelling dat het vaartuig wegens de geringe boordhoogte niet zeewaardig is. De scheepsconstructie laat echter zonder meer duidelijk de kenmerken zien van een specifiek ontwerp voor varen in een marien milieu. Om deze reden zou bij dit vaartuig ook gedacht kunnen worden aan een bijboot van een groter zeegaand schip.De constellatie van dicht aaneengesloten leggers op 2/3 van de scheepslengte vanaf het achterschip gemeten, is eveneens een afwijkende constructie die te maken moet hebben met de ondersteuning met de mast. Het is daarmee zeer aannemelijk dat het ooit een zeil heeft gevoerd.Aan de operationele fase van het vaartuig te relateren vondsten zijn, op de ballaststenen en de ijzerconcreties na, niet gedaan; van alle vondsten uit de categorie aardewerk en bot kan een relatie met het scheepje worden betwijfeld. De vondsten leveren daarmee geen aanknopingspunt voor het bepalen van een functie, herkomstgebied of de opvarenden.Daarmee kan alleen een voorzichtige conclusie worden getrokken over het hier onderzochte scheepje. Het betreft ofwel een klein, voor de zee gebouwd vaartuig dat vermoedelijk lokaal vrachten vervoerde binnen de kustwateren van de Hoornse Hop. Ofwel het is een bijboot van een groter zeegaand schip. Qua bouwwijze heeft het verschillen met kleine beroepsvaartuigen uit de binnenlanden van Noord-Holland en is daarom bijzonder. Het is te dateren na 1685 en is na schipbreuk nagenoeg rechtstandig in de bodem van de Hoornse Hop weggezonken. Gedurende het wrakvormingsproces is het geleidelijk opgevuld met zandige klei, mariene schelpen en stadsafval, dat indertijd op grote schaal werd geloosd in de wateren.De resultaten van het onderzoek en de daaruit voortvloeiende waardering zijn aanleiding om de vindplaats vrij te geven. Bij de geplande baggerwerkzaamheden om Geul G01 aan te leggen kan het wrak door middel van een (poliep)knijper en zonder archeologische begeleiding worden afgevoerd. Het is wenselijk om na afloop van deze berging het wrakhout nog eenmaal te kunnen inspecteren op het voorkomen van geschikte constructieonderdelen voor dendro-onderzoek. Met name de achtersteven leek een geschikte balk met mogelijk veel jaarringen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-z7v-tqjz
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-z7v-tqjz
Provenance
Creator W.B. Waldus; L.A. Muis
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor J.W. Beestman; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2018
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact J.W. Beestman (ADC ArcheoProjecten)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/zip; text/csv; image/jpeg; audio/midi; application/vnd.mif; text/comma-separated-values; text/tsv; image/tiff
Size 106660; 53641; 7861; 8076; 76716; 8257; 9323; 132458; 477938; 21179; 279; 970902; 1062830; 1384890; 4487614; 4736088; 5591953; 4988614; 4718374; 4865201; 5033914; 5551911; 5709084; 4956149; 5287189; 5890600; 4726348; 6557761; 6207225; 5202354; 6559095; 6855896; 7449267; 5125513; 6349665; 6205019; 6015532; 5342437; 5034908; 5614062; 7548356; 5952126; 5327975; 4935247; 6196948; 6311861; 4827774; 6315049; 6021922; 5827138; 4968814; 5839860; 6043149; 5353570; 5034162; 6301779; 5816242; 7095605; 7199647; 8637131; 5281930; 5290377; 9730391; 5331159; 8407078; 7056844; 6117835; 5917496; 5311586; 26; 357; 344160; 1924; 242; 2323441; 501749; 185022; 13858490; 564; 171702; 293; 3852; 1214; 765; 1473; 838; 277; 5970; 640; 333; 3695; 4829; 2476; 260; 245; 329; 1714; 358; 974; 545; 2733; 10941948; 246; 14281819; 5298596; 254; 5136874; 5849866; 1718; 1766; 395; 14577974; 412; 5825136; 418; 5626040; 426; 2247804
Version 2.0
Discipline Humanities