Plangebied Kwinkweerd 3a te Lochem, gemeente Lochem

DOI

In opdracht van WILA Press Brake Productivity heeft RAAP in augustus 2019 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Kwinkweerd 3a te Lochem in de gemeente Lochem. Aanleiding voor het onderzoek is de beoogde nieuwbouw van een bedrijf. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning. Er zijn 8 verkennende boringen uitgevoerd.Op basis van het bureauonderzoek werd verwacht dat het plangebied mogelijk op een overgang van een beekdal naar dekzandruggen en -welvingen ligt. In dergelijke gradiëntsituaties worden vindplaatsen van jager-verzamelaars verwacht (laat-paleolithicum t/m neolithicum). Voor de periode van de landbouwers (neolithicum t/m nieuwe tijd) gold een lage verwachting voor het aantref fen van nederzettingsterreinen dan wel agrarische sporen; onder andere behorend tot de periferie van de middeleeuwse vindplaats direct noordelijk van het plangebied.De bodemkundige opbouw van het plangebied komt overeen met hetgeen op basis van het bureauonderzoek werd verwacht. De bovengrond van het plangebied (ten minste 50 cm) is in de jaren 1960/1970 geëgaliseerd en opgehoogd met vlijzand. Daaronder is de ondergrond intact en bestaat deze uit kleiige beekafzettingen op pleistoceen dekzand. Plaatselijk heeft er veenvorming plaatsgevonden. De top van het dekzand ligt op een diepte van circa 90 tot 110 cm -mv.Op basis van de resultaten van het veldonderzoek kan de gespecificeerde archeologische verwachting worden bijgesteld naar ‘laag’ voor resten van jager-verzamelaars (laat-paleolithicum t/m neolithicum) vanwege de relatief laaggelegen ligging en het ontbreken van een gradiëntsituatie in het plangebied. De lage verwachting voor resten van landbouwers (neolithicum t/m nieuwe tijd) kan worden gehandhaafd: gezien de natte omstandigheden lijkt de ondergrond van het plangebied niet geschikt voor landbouw. Gedurende het veldonderzoek zijn geen archeologisch interessante lagen of archeologische indicatoren aangetroffen.Op de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart is het plangebied grotendeels aangemerkt als terrein van archeologische waarde (incl. stads- en dorpskernen). Tijdens onderhavig bureau- en verkennend booronderzoek zijn geen aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van resten van een stads- of dorpskern.Wel bestaat er in dergelijke beekdalen kans op het aantreffen van een bijzondere dataset met aan water gerelateerde objecten, zoals resten gerelateerd aan visvangst of infrastructuur (bruggen, beschoeiing). Het doeltreffend opsporen hiervan middels archeologisch vervolgonderzoek is echter niet of nauwelijks mogelijk. Aangezien dit zeer lokale en geïsoleerde fenomenen betref fen en deze sporadisch voorkomen, kan het daadwerkelijk aantreffen van dergelijke resten als toevalsvondst worden bestempeld.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zf8-64ua
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zf8-64ua
Provenance
Creator E.M. Witmer; J. Vosselman
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R. Hart, 't; RAAP
Publication Year 2019
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact R. Hart, 't (RAAP Archeologisch Adviesbureau)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/octet-stream; text/csv
Size 7225; 6734; 1585; 20431; 15172; 4609
Version 2.0
Discipline Humanities