Om de ouderdom van de boerderij aan de Rabelingestraat 11 nabij Silvolde te bepalen is een aantal boormonsters aangeleverd voor dendrochronologisch onderzoek. De boerderij bestaat uit vijf ankerbalk gebinten. Voor de eerste vier is eik (Quercus spp.) gebruikt. Het achterste gebint is in naaldhout opgetrokken en duidelijk een latere verlenging en om die reden verder buiten beschouwing gelaten. De vier eiken gebinten zijn van voor naar achter aflopend met telmkerken genummerd. Vermoedelijk oorspronkelijk eiken daksporen zijn voor het grootste deel nog aanwezig. In eerste instantie zijn zes boormonsters aangeleverd. Hoewel de kwaliteit matig was, zijn vijf monsters onderzocht. Hierin kon enige onderlinge gelijkenis gevonden worden, maar het bleek noodzakelijk dit aan te vullen met (uiteindelijk) negen boormonsters. Hier bevinden zich enkele duplicaten om het spinthout ook volledig te bemonsteren. Uiteindelijk zijn elf elementen onderzocht. Uit de onderlinge synchronisatie van de metingen kan een middelcurve (25.043.M01) samengesteld worden waarin negen metingen opgenomen zijn. Hieruit volgt ook dat voor het dasporenpaar XVII dezelfde boom is gebruikt. Om deze middelcurve te dateren is in samenwerking met P. Borghaerts een specifieke referentie opgesteld. Hiermee kan de middelcurve in 1785 gedateerd worden. Hieruit volgt dat het eerste hout in de herfst/winter van 1784/85 gekapt is. Vervolgens is het meeste hout in 1785/86 gekapt en tenslotte is het hout voor de daksporen in het voorjaar van 1786 gekapt. Het lijkt aannemelijk dat de boerderij ergens in 1786 gebouwd is.