Laagland Archeologie heeft in april 2024 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - karterende fase uitgevoerd aan de Hamsestraat naast 28 te Opheusden. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de bouw van een nieuwe woning.Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003.Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.Het plangebied ligt in de oeverstromingsvlakte, ongeveer 250 m ten zuiden van de Nederrijn stroomgordel, maar wel op de stroomrug (oeverwal) van de Nederrijn stroomgordel. In het plangebied is een profieltype aangetroffen bestaande uit oever-op-kom met onderin veen-op-oeverafzettingen. De onderste oeverafzettingen zijn afkomstig van oudere Westerveld en Veedijk stroomgordels die binnen enkele honderden meters afstand in de ondergrond liggen. Deze stroomgordels waren actief vanaf Midden-Neolithicum tot de Midden-Bronstijd. De Nederrijn stroomgordel is actief geweest vanaf de Midden IJzertijd tot heden. De oeverafzettingen van deze oude stroomgordels liggen qua grootteorde op ongeveer 4,00 m -mv.In de omgeving van het plangebied zijn archeologische resten gevonden die dateren van het Neolithicum tot de Nieuwe Tijd, maar met name vondsten uit de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd.Het is bekend dat de omgeving van het plangebied sinds de Vroege Middeleeuwen is bewoond. De eerste en enigste bekende bebouwing van het plangebied is een gebouw dat in 1832 in het plangebied stond. Het terrein is beschreven als bouwland, en de omringende percelen zijn beschreven als boomgaard. Het plangebied bevindt zich op een oude middeleeuwse dorpskern en oude woongronden. Mogelijk heeft er enige verstoring plaatsgevonden door de laanbomenteelt.Het karterend booronderzoek heeft tot doel archeologische vindplaatsen op te sporen. Hiertoe zijn verspreid in het toegankelijke deel van het plangebied karterende boringen gezet. Relevante lagen van de boorkernen zijn gezeefd op archeologische indicatoren. In dit stadium is karterend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.Dit advies is overgenomen door de bevoegde overheid, de gemeente Neder-Betuwe. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door haar deskundige, Omgevingsdienst Rivierenland.We adviseren in het omgevingsplan wel een aanduiding omtrent archeologie op te nemen.Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).Reactie namens bevoegd gezag Namens gemeente Neder Betuwe is regioarcheoloog Rivierenland akkoord met de resultaten en conclusies van dit onderzoek. Het besluit is genomen de aanbevelingen uit het rapport (het selectieadvies) in zijn geheel over te nemen. De nieuwe bebouwing zal de mogelijk aanwezig cultuurlaag verstoren.Indien de werkzaamheden voor de nieuwbouw dieper gaan dan 6,51 m +NAP zal er een vervolgonderzoek uitgevoerd moeten worden d.m.v. een proefsleuvenonderzoek. Voor een proefsleuvenonderzoek is een door bevoegd gezag geaccordeerd PvE verplicht.