In opdracht van Bouwbedrijf Wessels Rijssen BV heeft BAAC bv (onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie) te ‘s-Hertogenbosch in 2013 een archeologische begeleiding conform protocol Opgraven uitgevoerd in het plangebied Centrumplan Tusveld te Rijssen. De aanleiding voor het archeologisch onderzoek was de realisatie van een ondergrondse parkeergarage met daarboven een nieuw bouwblok met woningen en winkels. Voor het realiseren van de bouwplannen moest de bestaande woning op de locatie Tusveld worden gesloopt.Het plangebied ligt naast de middeleeuwse kerk en vormt één van de oudste delen van Rijssen. Van de vroege geschiedenis van Rijssen is niet veel bekend. Vermoedelijk dateert de nederzetting uit de 12e eeuw. Door het bevoegd gezag is het uitvoeren van archeologisch onderzoek daarom noodzakelijk geacht en werd gekozen voor een archeologische begeleiding waarbij het archeologisch onderzoek leidend zou zijn. In de praktijk is BAAC pas ingeschakeld op het moment dat de bouwput al voorzien was van damwanden en voor een groot deel was uitgegraven tot circa 3 meter onder maaiveld.Het maaiveld ter plaatse van het bodemprofiel naast de kerk (zuidwesten plangebied) bevond zich op circa 14,00 tot 14,50 meter +NAP. Hier bevindt zich een humeus pakket dat bestaat uit donkergrijsbruin zand met daarin fragmenten bouwkeramiek en menselijk bot. Het pakket, met een (resterende) dikte van circa 90 cm, is het voormalige kerkhof van Rijssen. Aan de onderzijde van dit pakket, gelegen op circa 13,30 meter +NAP, zijn de contouren van vier grafkuilen zichtbaar.In het plangebied zijn elf waterputten, één beerput en vier (paal)kuilen herkend. Aan de hand van het aardewerk kan worden geconcludeerd dat in het onderzoeksgebied lang bewoning heeft plaatsgevonden, vanaf de 13e eeuw tot en met de 20e eeuw. De oudste waterputten dateren waarschijnlijk uit de 13e eeuw; de jongste uit de 19e eeuw of de eerste helft van de 20e eeuw. Gezien de dateringen zijn enkele waterputten mogelijk met twee tegelijk in gebruik geweest. De meeste waterputten bevatten te weinig aardewerk om uitspraken te doen over inzicht in het gebruik van het terrein en de sociale status van bewoners. Alleen waterput 1014, gelegen op het terrein van textielfabrikant Tusveld, bevat een dusdanige hoeveelheid aardewerk uit de tweede helft van de 19e eeuw, dat hierover meer gezegd kan worden. Zo ontbreekt luxe aardewerk geheel. Het lijkt te gaan om eenvoudig aardewerk, zoals dat te vinden is bij een vermoedelijk doorsnee huishouden. Het hoge aandeel aardewerk en glas met een opslagfunctie is wel opmerkelijk. Mogelijk kan een verband gelegd worden met de fabriek die hier gevestigd was.Uit de projectie van de waterputten op de kadasterkaart uit 1832 blijkt dat bijna alle waterputten gelegen zijn op het achterterrein van de percelen. Dit kan betekenen dat de kadastrale indeling globaal gezien teruggaat tot de volle middeleeuwen.
Issued: 2015-09