Het onderzoek bevestigt eigenlijk de verwachte bodemopbouw van de stuwwal. De bodem bestaat uit bruingeel zand met insluitsels van kiezels behorende bij een stuwwalbodem. Eveneens bevestigd het onderzoek dat het noorden en het oosten van het terrein al afgegraven was in de jaren 60 van de 20e eeuw voor de nabije steenfabriek MOVA zoals was gesteld in het booronderzoek. In de zuidelijke hoek van het plangebied bleek het terrein echter ook al verstoord te zijn, mogelijk door de aanleg van de zorginstelling Tamarinde. Er zijn geen archeologische indicatoren of vindplaatsen aangetroffen in het plangebied. De verstoringen omvatten het gehele plangebied. Dit hangt samen met de egalisatie van het terrein en de zandwinning die heeft plaatsgevonden in de 20e eeuw. Er heeft toentertijd een steenfabriek en een zorginstelling in en nabij het plangebied gestaan. Mogelijk hebben er ten noorden van de zandwinning nog geen verstoringen plaatsgevonden.De resultaten komen grotendeels overeen met de resultaten uit het voorgaande booronderzoek. Het noorden van het plangebied was inderdaad verstoord/vergraven, echter was het zuiden van het plangebied eveneens verstoord. De ophogingslaag die tijdens het booronderzoek was aangetroffen, was wel aanwezig in werkput 1,echter vanwege de saneringswerkzaamheden is het vlak hieronder aangelegd. In de ophogingslaag zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Eveneens zijn verstoringen aangetroffen die mogelijk met de aanleg van de zorginstelling Tamarinde samenhangen.Een mooi bodemproces dat in het profiel van werkput 3 is waargenomen zijn de sporen van 2 à 3 aardbevingen. Kennelijk zit er in de diepere ondergrond een kleine breuklijn. De schokken hebben waarschijnlijk in de laatste 12.000 tot 24.000 jaar plaatsgevonden