Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn twee putten aangelegd. De oriëntatie van deze proefsleuven was noordoost- zuidwest. In put 1 is slechts één paalkuil aangetroffen. In deze put is het esdek intact, behalve aan de oostzijde van de put, waar een recente verstoring tot in de natuurlijke ondergrond gegraven is.Put 2 heeft een sporencluster aan de westzijde opgeleverd. Hierin zijn twee structuren gereconstrueerd: een spieker en een schuur. Door gebrek aan vondstmateriaal is het echter niet mogelijk de sporen te dateren. Het aantreffen van enkele fragmenten aardewerk uit de periode 1000-1250, in de onderste lagen van het esdek, doet vermoeden dat de sporen uit deze periode stammen. Ook de nabijheid van bewoningsresten uit deze periode versterkt deze veronderstelling. Zeker is deze datering echter niet.Aan de west- en oostzijde van de put is het esdek intact. In het middengedeelte is tot in de natuurlijke ondergrond geploegd, waardoor eventueel aanwezige sporen verdwenen zijn.Vervolg op onderzoeksmelding 13348
Date: 2009-09-07