Op 15 en 16 augustus 2017 heeft Antea Group een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P) uitgevoerd in verband met de geplande nieuwebouw in het plangebied Honekeskamp te Haaften (gemeente Neerijnen).De directe aanleiding tot dit onderzoek is het in 2015 door RAAP Archeologisch Adviesbureau in opdracht van CroonenBuro5 uitgevoerde bureau- en inventariserend veldonderzoek, wat is uitgevoerd in het kader van de geplande herontwikkeling.1 Dit onderzoek diende te worden uitgevoerd omdat de realisatie van de plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische resten. Doel van het bureauonderzoek was het verwerven van informatie over bekende en verwachte archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Doel van het veldonderzoek was het aanvullen en verfijnen van de gespecificeerde archeologische verwachting. Op basis van het bureau- en veldonderzoek is door RAAP geconcludeerd dat op meerdere niveaus archeologische resten kunnen worden verwacht.Vraagstelling Het doel van het uitgevoerde proefsleuvenonderzoek is in de eerste plaats het systematisch onderzoeken van het plangebied op de aanwezigheid van archeologische vondsten en/of sporen (karteren). In de tweede plaats dient het onderzoek om de aard, omvang, datering, gaafheid, conservering en inhoudelijke kwaliteit van deze archeologische resten vast te stellen (waarderen). Resultaten Binnen het plangebied is sprake van een pakket dijkdoorbraakafzettingen op een dun pakket (verspoelde) oeverafzettingen op komafzettingen (waarvan de top plaatselijk ook is verspoeld).Het (zeer) dunne pakket oeverafzettingen (direct onder de bouwvoor gelegen) lijkt te zijn verspoeld of maken zelfs deel uit van de genoemde dijkdoorbraakafzettingen. Geconcludeerd kan worden dat de conservering slecht is. Er is tijdens het proefsleuvenonderzoek geen vegetatiehorizont of laklaag aangetroffen.In totaal zijn tijdens het proefsleuvenonderzoek acht sporen gedefinieerd. Het gaat hierbij om vijf grondsporen die in vlak 1 werden aangetroffen (in de top van de “oeverafzettingen”) en drie sporen die in vlak 2 (de top van de komafzettingen) werden aangetroffen. Sporen 1, 3 en 4 bleken bij het couperen slechts (sub)recente paalgaten te zijn (waarschijnlijk achtergelaten door palen die zijn/worden gebruikt bij het gebruik van het terrein als evenemententerrein) en spoor 2 bleek een natuurlijke vlek te zijn. In de overige gevallen werden (sub)recente vergravingen aangetroffen, waarvan één (sub)recente kuil van een recent kampvuur.ConclusieOp basis van de resultaten van het veldonderzoek kan worden geconcludeerd dat er binnen het plangebied geen potentieel behoudenswaardige archeologische vindplaats aanwezig is. Het aangetroffen vondstmateriaal is afkomstig uit verspoelde bodemlagen.AdviesGeadviseerd wordt om het plangebied voor wat betreft archeologie en ten gunste van de voorgenomen herontwikkeling van het terrein, vrij te geven.