Kromme Gat 4, Boven-Hardinxveld Gemeente Hardinxveld-Giessendam: Archeologisch bureauonderzoek

DOI

In opdracht van Rho Adviseurs heeft IDDS Archeologie in maart 2020 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het Kromme Gat 4 in Boven-Hardinxveld, gemeente Hardinxveld-Giessendam. De noodzaak tot het archeologisch onderzoek komt voort uit het bestemmingsplan. De doelstelling van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied.Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied ligt op de overgang van de oeverwal van de Merwede en het komgebied. De Merwede bestaat sinds ongeveer het jaar 0 en uit de geologische informatie en nabij gelegen boringen blijkt dat de bodem in het plangebied waarschijnlijk bestaat uit een dik veenpakket (waarvan de top rond 1,2 m –mv ligt, ongeveer -1,7 m NAP) bedekt met een dun pakket komklei (gemiddeld ongeveer 0,5 m dik) en dat het komkleipakket is bedekt door overslagafzettingen (tot aan het maaiveld). Deze overslagafzettingen zijn afgezet bij een dijkdoorbraak in 1658 waarbij het zuidwestelijk gelegen Kromme Gat is ontstaan. Mogelijk is door deze dijkdoorbraak eerst een deel van de komafzettingen geërodeerd voordat de overslagafzettingen werden gesedimenteerd. Daarnaast is het aannemelijk dat door het zeer wisselende gebruik van de bodem in het plangebied in de afgelopen twee eeuwen (bos, weiland, bedrijfsterrein, waterpartijen) de overslagafzettingen omgewerkt zullen zijn. Op basis van de historische kaarten hebben er in het plangebied in de afgelopen twee eeuwen geen gebouwen gestaan en omdat de bebouwing van Hardinxveld zich concentreerde langs de dijk en op 800 m oostelijk van het plangebied is het waarschijnlijk dat ook gedurende de Middeleeuwen en de Nieuwe tijd er geen bebouwing aanwezig is geweest in het plangebied. De resten van eventuele bebouwing van voor 1658 zouden waarschijnlijk door de dijkdoorbraak zijn weggespoeld.Op basis van het bovenstaande heeft het plangebied een lage archeologische verwachting. Voor de periode Romeinse tijd tot 1658 heeft het een lage verwachting aangezien het plangebied in die periode lag in het komgebied van de Merwede waar vooral veen voorkomt en af en toe klei wordt afgezet. Het gebied was tot aan de bedijking waarschijnlijk nauwelijks te gebruiken door de mens. Ook na de bedijking in de Late Middeleeuwen (12e-13e eeuw) bleef het plangebied nat en minder aantrekkelijk dan de zone 150 m zuidelijk, direct langs de dijk. Ten slotte heeft het plangebied voor deze periode een lage verwachting omdat waarschijnlijk het grootste deel van de eventueel achtergebleven archeologische waarden geërodeerd zullen zijn door de dijkdoorbraak van het Kromme Gat in 1658. Voor de periode na 1658 heeft het plangebied een lage verwachting omdat uit historische kaarten blijkt dat er waarschijnlijk geen gebouwen hebben gestaan in het plangebied en het plangebied langdurig alleen is gebruikt als landbouwgrond. In de 21e eeuw is een deel van het plangebied zelfs weggegraven bij het aanleggen van een waterpartij.IDDS Archeologie adviseert om het plangebied, voor wat betreft het aspect archeologie, vrij te geven voor de voorgenomen civieltechnische werkzaamheden.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xxn-sx9m
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xxn-sx9m
Provenance
Creator A.W.E. Wilbers
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor DFAM Biggelaar, van den
Publication Year 2020
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact DFAM Biggelaar, van den (IDDS Archeologie)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 7108410; 6805; 7278; 1027; 2389
Version 1.0
Discipline Humanities