ADC ArcheoProjecten heeft in juni 2020 een bureauonderzoek uitgevoerd voor de locatie Hoge Rijndijk/Lindenhof te Woerden (gemeente Woerden). De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen realisering van een depot voor nutswerkzaamheden. Hierbij zal de grond niet worden afgegraven. Wel zal grond en materiaal worden gedeponeerd. Voor deze ontwikkeling is een omgevingsvergunning nodig. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied ten zuiden van de huidige loop van de Oude Rijn ligt. Hier zijn oever- op bedding afzettingen van de post-Werkhoven fase van de Oude Rijn te verwachten. Deze rivierloop was actief was van 2.500 v. Chr. tot 221 na Chr. De bedding van de Oude Rijn bevond zich waarschijnlijk in de Romeinse tijd ter plaatse van het plangebied. Tijdens eerder uitgevoerd archeologisch booronderzoek op ongeveer 80 m ten oosten van het plangebied zijn oeverafzettingen van de Oude Rijn aangetroffen. Het bovenste deel van deze afzettingen bleek hier te zijn afgegraven.Indien intacte oeverafzettingen van de Oude Rijn aanwezig zijn, kunnen archeologische resten voorkomen uit de IJzertijd en Romeinse tijd. Eventuele bewoningsresten kunnen zich manifesteren zich door een archeologische laag en bestaan waarschijnlijk uit een agrarische nederzetting. Door de erosieve werking van de Oude Rijn kunnen eventuele resten uit deze periode echter ook zijn opgeruimd. Op basis van kaartmateriaal vanaf de 17e eeuw lag de Rijndijk meer noordelijk dan de huidige Hoge Rijndijk. De kans op resten van de dijk in het plangebied wordt daarom klein geacht. In het plangebied is ook geen bebouwing aanwezig geweest volgens de historische kaarten. Op basis hiervan geldt dus geen specifieke verwachting voor bewoningsresten uit de Nieuwe tijd. Op basis van eerder uitgevoerd onderzoek in de omgeving is de kans groot dat de bovenkant van de oeverafzettingen van de Oude Rijn, en hiermee eventuele bewoningslagen of vegetatiehorizonten, zijn verstoord door het graven van kleiputten ten behoeve van baksteen- en dakpanfabricage. Ook kunnen eventuele archeologische resten zijn verstoord door afgraving en/of egalisatie in verband met aanleg van het grasveld/speelterrein in de laatste helft van de 20e eeuw. Op basis van onderzoek in de omgeving is de kans groot dat de bodem is verstoord tot een diepte van 1 à 2 m onder het maaiveld. Hierdoor kunnen ook eventuele archeologische resten zijn verstoord. Aangezien de bodem bij de aanleg van het depot niet zal worden vergraven is de kans op directe verstoring van archeologische resten en grondsporen klein. Fysieke belasting zal leiden tot een zeer beperkte zetting, omdat de ondergrond naar verwachting hoofdzakelijk uit zandige beddingafzettingen bestaat die hiervoor relatief weinig gevoelig zijn. Eventuele bovenliggende kleiige oeverafzettingen zullen reeds ingeklonken zijn door het huidige gebruik van de locatie.