Bureau voor Archeologie heeft een bureauonderzoek uitgevoerd voor bouwwerkzaamheden aan de Karstraat 25-26 Molenstraat 60 te Mill.
In het plangebied wordt de huidige bebouwing gesloopt en worden drie woningen gerealiseerd. Naar verwachting vinden graafwerkzaamheden plaats tot
80 cm -mv.
Het plangebied ligt op de oostrand van de Peelhorst. De ondergrond bestaat uit grindrijke rivierafzettingen (Formatie van Beegden) met daarop een pakket dekzand van vermoedelijk ongeveer 300 cm dik. In de top van het dekzand is door middel van ophoging met potstalmest een minimaal 50 cm dikke eerdlaag ontstaan.
Het plangebied ligt in een landschap met oude rivierafzettingen bedekt met dekzand dat gevormd is gedurende het Laat Pleistoceen. Dit landschap is geschikt voor bewoning vanaf het Paleolithicum. Echter, door verploeging zullen eventuele ondiepe resten uit het Paleolithicum en Mesolithicum niet meer intact zijn. Urnenvelden uit de IJzertijd of Romeinse tijd die ongeveer 2 km ten westen van het plangebied zijn aangetroffen, wijzen op bewoning in deze periode. In de 18e eeuw en eerder is het plangebied mogelijk bebouwd. In het begin van de 19e eeuw bestaat het plangebied uit bebouwing, erf en tuin. Deze bebouwing wordt in het begin van de 20e eeuw gesloopt. In 1938 wordt in het plangebied een woning gebouwd. Deze wordt verbouwd in 1972 en 1990. Direct ten westen van het plangebied staat de molen ‘De Korenbloem’. De molen is gebouwd tussen 1847 en 1857.
In het plangebied kunnen archeologische resten aanwezig zijn uit het Neolithicum tot en met de Nieuwe tijd. In de 20e eeuw hebben in het plangebied meermaals bouw- en sloopwerkzaamheden plaatsgevonden. Hierdoor is de kans groot dat archeologische resten binnen 80 cm -mv tijdens deze werkzaamheden vergraven zijn. Eventuele dieper liggende archeologische resten kunnen nog (deels) intact zijn. Mogelijk kunnen van oudere bebouwing, van vóór de 19e eeuw, nog archeologische resten aanwezig zijn onder de bestaande bebouwing. Tevens is het mogelijk dat de kelders van het pand uit 1938 ook nog in het plangebied aanwezig zijn.
Door de bodemingrepen die gepaard gaan met de ondergrondse sloop van de bebouwing kunnen archeologische resten vergraven worden. Daarom adviseert Bureau voor Archeologie om eventuele archeologische resten op te sporen en te waarderen. Aanbevolen wordt om de ondergrondse sloop archeologisch te laten begeleiden.
De werkwijze van het onderzoek dient vastgelegd te worden in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE).