In opdracht van Lighthouse projects heeft BAAC op 7 februari 2022 een
proefsleuvenonderzoek uitgevoerd op de locatie van windturbine B-1, in
het plangebied windenergie A16. Uit het onderzoek blijkt dat de bodem
is opgebouwd in verschillende fasen. Onder het maaiveld ligt een pakket
getijdeafzettingen dat vanaf de late middeleeuwen is gevormd. Deze
afzettingen liggen op een dik pakket veen van ongeveer een meter dik. Dit
veen is vanaf het neolithicum gevorm op een laaggelegen dekzandlandschap,
dat zich kenmerkt door een slecht ontwikkelde podzolbodem. Dit duidt op een
landschap dat al in het laat-paleolithicum en mesolithicum veelal nat zal zijn
geweest.
In deze context is derhalve geen vuursteenvindplaats aangetroffen. Er waren
in de nabije omgeving betere locatie beschikbaar voor het opzetten van een
kampement, zoals op locatie B-2 (400 meter naar het zuiden), waar het Dekzand
ongeveer twee meter hoger ligt.
Daarentegen is in de top van het veenpakket een laag aangetroffen van
spitsporen die een vindplaats vormen. In deze laag zitten verspitte brokken
klei in het veen. Het gaat hier waarschijnlijk om de eerste ontginningen van
het gebied of de winning van turf, dat als brandstof werd gebruikt. Dergelijke
verschijnselen vinden in de omgeving al vanaf de 13e eeuw plaats. Deze
vindplaats wordt niet behoudenswaardig geacht.
adobe acrobat document, 9.0