Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een verkennend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Pellendijk 4 te Westendorp. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen verbreding en verlenging van een manege.
De oppervlakte van het plangebied bedraagt 800 m2. De toekomstige bodemverstoring bedraagt 800 m2 met een diepte van 80 centimeter beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.
Er is een gedeeltelijk natuurlijk bodemtype aangetroffen langs de stal (boringen 1 t/m 4). De top van de oorspronkelijk bodemopbouw is reeds afgegraven in boring 5, en boring 6 is geheel verstoord. Bovenop deze oorspronkelijke podzolbodem bevindt zich een ophogingspakket. Deze is mogelijk tijdens het bouwen van de schuur aangelegd. Het puin in dit pakket lijkt redelijk recent.
Archeologische resten kunnen dus aanwezig zijn langs de stal, zeker gezien het feit dat het plangebied langs het historische boerenerf ligt. Deze archeologische resten zullen in de top van het dekzand zitten, tussen ca. 40 cm -Mv (ca. 17m +NAP) en 90 cm -Mv (16,5m +NAP), alhoewel diepere sporen zeker mogelijk zijn.
Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag nader archeologisch onderzoek geadviseerd langs de stal.
Op basis van de resultaten van het booronderzoek is mogelijk een archeologische vindplaats in het plangebied aanwezig. Wanneer de geplande graafwerkzaamheden dieper reiken dan 10 cm beneden maaiveld kunnen eventueel aanwezig archeologische resten verloren gaan en is vervolgonderzoek noodzakelijk. Ter plaatse van de buitenbak is het archeologische niveau grotendeels afgegraven, en in de buurt van de stapmolen lijkt het plangebied verstoord. Deze delen van het plangebied kunnen dus worden vrijgegeven.
Wij adviseren een vervolgonderzoek in de vorm van een archeologische begeleiding conform het protocol proefsleuvenonderzoek (AB-IVO-P), om vast te stellen of in het plangebied archeologische resten aanwezig zijn en zo ja, welke waardering hieraan gegeven kan worden. Voor deze archeologische begeleiding conform het protocol proefsleuvenonderzoek is een Programma van Eisen (PvE) noodzakelijk dat is goedgekeurd door de bevoegde overheid.