Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase Rijksstraatweg 155 te Baambrugge, gemeente De Ronde Venen (UT) Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase Rijksstraatweg 155 te Baambrugge, gemeente De Ronde Venen (UT)

DOI

Laagland Archeologie heeft in september-oktober 2023 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Rijksstraatweg 155 te Baambrugge. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de nieuwbouw van een woning.Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003.Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.Het plangebied ligt op de oeverwal van de Angstel. De Angstel is een veenrivier die een aftakking van de Vecht en mond uit in de Amstel. Typisch voor veenrivieren zijn de relatief smalle en hoge oeverwallen. De oeverwallen van de Angstel waren zeer geschikt voor bewoning. Volgens de paleogeografische kaart van de Rijn-Maas delta is de Angstel gedurende de Late Bronstijd actief geworden. Vermoedelijk heeft de Angstel oorspronkelijk een meer oostelijke ligging gehad. Hierdoor is het niet mogelijk om exact te bepalen vanaf wanneer de rivieroever is ontstaan waarop het plangebied gelegen is. In de omgeving van het plangebied (op de rivieroever) zijn geen archeologische resten bekend die helpen met het sturen van deze datering.Op basis van historische kaarten is bekend dat al zeker vanaf de 18e eeuw een erf binnen het plangebied heeft gelegen. Binnen het plangebied staat op dit moment nog een gebouw dat dateert uit de 18e eeuw.De archeologische verwachting op resten van de jager-verzamelaars uit het Laat-Paleolithicum matig hoog. Deze resten kunnen in de top van het dekzand worden verwacht op een diepte tussen de 5 en 7 meter diep. Gezien de aard van de geplande ingrepen zullen deze resten niet worden verstoord. Vanaf het begin van het Holoceen begon veen te groeien binnen het plangebied waardoor deze niet geschikt was voor bewoning. Pas vanaf de Late Bronstijd (rond 907 voor Chr.) begon de Angstel te stromen waardoor de oeverwal waarop het plangebied gelegen is gevormd werd. Op deze oeverwal was bewoning wel mogelijk. Op basis hiervan is de kans op archeologische resten uit het Mesolithicum t/m de Midden-Bronstijd laag en vanaf de Late Bronstijd hoog. Op basis van historische kaarten is bekend dat tenminste vanaf de 18e eeuw een erf was gevestigd binnen het plangebied. Er is een grote kans dat er van dit erf ook voorgangers binnen het plangebied hebben gelegen. Op basis hiervan kan er geconcludeerd worden dat er tot en met de Nieuwe tijd een hoge verwachting is op archeologische resten.Het uitgevoerde verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.Binnen het plangebied zijn ter hoogte van de 18e eeuwse woonboerderij, die is aangeduid als Rijksmonument archeologische indicatoren aangetroffen bestaande uit fragmenten van een bord uit de Nieuwe tijd (meest gangbaar eind 17e en de 18e eeuw). Er zijn binnen het plangebied geen verstoringen vastgesteld en kan de archeologische verwachting worden gehandhaafd voor het gehele plangebied. Daar waar een nieuw te realiseren woning is voorzien ligt het potentiële archeologische niveau op een zodanige diepte, dat er afgezien een minimale verstoring door paalfunderingen, eventuele vindplaatsen kunnen worden bewaard in-situ.Om deze reden adviseren we geen vervolgonderzoek uit te voeren en het plangebied vrij te geven.De te verwachten verstoring van de paalfunderingen is verwaarloosbaar, maar indien gewenst kunnen er mitigerende maatregelen worden genomen door de aanleg van de paalfundering aan de hand van een archeologievriendelijk bouwplan.We adviseren in het bestemmingsplan wel een aanduiding omtrent archeologie op te nemen.De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente De Ronde Venen, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, de Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU).Mochten bij graafwerkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, dan geldt conform de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (033 421 74 56) of via de website: www.cultureelerfgoed.nl/contact.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/TOFING
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/TOFING
Provenance
Creator E.W. Brouwer
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor Functioneel Applicatiebeheer GBO; Laagland Archeolgie BV
Publication Year 2025
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact Functioneel Applicatiebeheer GBO (BIJ12)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf; application/gml+xml; application/octet-stream; application/zip
Size 13224; 8292; 5142148; 7452; 215758; 3706889; 375258; 62081; 10034; 12441; 4980; 3882; 2800; 3883; 306633; 6669; 4252; 108657; 284184; 305709; 2893
Version 1.0
Discipline Humanities