Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in de vorm van een waarderend booronderzoek op een terrein aan de Legauke te Opeinde. De aanleiding voor het onderzoek is de geplande aanleg van een zonnepark waarbij een ecozone wordt gerealiseerd. Voor deze ecozone worden sloten en natuuroevers aangelegd en de bestaande sloten met natuuroevers uitgebreid.
De toekomstige bodemverstoring met een diepte van circa 1 meter beneden maaiveld betreft de randen van het plangebied waar de sloten worden aangelegd. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.
Over het algemeen is het plangebied tot gemiddeld 40 cm beneden maaiveld verploegd. In het oostelijke deel van het plangebied zijn in de ondergrond zandige stuwwalafzettingen aangetroffen. In het westelijke deel van het plangebied is veen aangetroffen met veraarde top. Veen veraard als het aan de oppervlakte ligt en blootgesteld wordt aan zuurstof, hierdoor veranderen de bruine organische resten in donkere harde grond. Op dit niveau zouden dus archeologische resten aangetroffen kunnen worden echter zijn archeologische indicatoren op dit niveau niet aangetroffen. Daarnaast zijn er binnen het plangebied zijn restanten van een intacte bodem gevonden in boringen 4, 9, 13, 15, 16 en 19. In boring 4 en 13 zijn restanten van een B-horizont aangetroffen en in boringen 9, 15, 16 en 19 restanten van een B-C horizont. In deze delen is de bodemopbouw (deels) intact en zouden er archeologische resten aanwezig kunnen zijn. Echter in de boringen zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. De kans dat er binnen het plangebied in situ archeologische resten aanwezig zijn is klein. De hoge archeologische verwachting op basis van het bureauonderzoek voor de perioden Laat-Paleolithicum – Vroeg-neolithicum en de middelhoge verwachting voor de periodes Midden- en Laat-Neolithicum, kan op basis van het veldonderzoek naar laag worden bijgesteld.
Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd.