In opdracht van Janssen de Jong Projectontwikkeling B.V. heeft BAAC in mei 2024 een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in het plangebied Sleybeek - Sint Annalaan te Heel, gemeente Maasgouw. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen bouw van woningen in het plangebied waarbij een gerede kans bestaat dat archeologische waarden vernietigd zullen worden. Voorafgaande aan het proefsleuvenonderzoek hebben binnen het plangebied diverse onderzoeken plaatsgevonden, waaronder een bureau- en booronderzoek in 2003, een daaropvolgend proefsleuvenonderzoek in 2004 en een booronderzoek in 2023. Op grond van het booronderzoek van 2023 heeft het zuidoosten van het plangebied een hoge archeologische verwachting gekregen voor archeologische resten uit de Romeinse tijd en vroege middeleeuwen en een middelhoge verwachting op resten uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd. Daarnaast werd de aanwezigheid van een weg uit de Romeinse tijd niet uitgesloten. Het advies was dan ook om in dit deel van het plangebied nader archeologisch onderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek in het plangebied uit te laten voeren.Uit het onderzoek is gebleken dat de ondergrond in het onderzoeksgebied voornamelijk bestaat uit oeverafzettingen van de Maas. In een enkel profiel zijn onder de oeverafzettingen lemige afzettingen aangetroffen. Deze moeten mogelijk als (kronkelwaard)geulafzettingen geïnterpreteerd worden. In het noorden van het onderzoeksgebied liggen de oeverafzettingen direct op grindige beddingafzettingen.Alleen in de beddingafzettingen in proefsleuf 7, in het uiterst noordelijke deel van het onderzoeksgebied, zijn mogelijke grondsporen aangetroffen. Het betreft drie ondiepe, parallel lopende greppels. Gezien de vage begrenzing van deze sporen en het ontbreken van archeologische indicatoren als houtskool of ander vondstmateriaal in deze sporen kan een natuurlijke oorsprong niet uitgesloten worden. Op grond van de vage begrenzing van de sporen, hun lichte vulling en het aardewerk uit afdekkende en aangrenzende bodemlagen moeten de sporen vermoedelijk in de Romeinse tijd-late middeleeuwen gedateerd worden.De bij het booronderzoek aangetroffen mogelijke resten van een (Romeinse) weg bleken zich te bevinden in een recent opgebracht/verstoord pakket, getuige de fragmenten recent bouwmateriaal die in dit pakket zijn aangetroffen. Op basis van bovenstaande resultaten en de waardering daarvan is het advies van BAAC dan ook om onderzoeksgebied vrij te geven voor de voorgenomen werkzaamheden. Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Dit betekent niet dat reeds gestart kan worden met bodemverstorende activiteiten of de daarop voorbereidende activiteiten. Het selectieadvies dient namelijk eerst beoordeeld te worden door de bevoegde overheid wat uiteindelijk leidt tot een selectiebesluit.
