De Steekproef bv heeft een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor een plangebied aan de Strandgaperweg te Biddinghuizen in de gemeente Dronten, provincie Flevoland (zie Figuur 1). Het betreft een groot deel van het huidige golfterrein van Dorhout Mees. De aanleiding voor het onderzoek is het voornemen om op deze locatie een zonnepark in te richten inclusief landschappelijke ontwikkeling. Hiervoor worden heipalen en kabelsleuven gegraven die mogelijk archeologische resten bedreigen.In het plangebied bestaat de bodem uit een pakket klei met daaronder dekzand. De diepte van het dekzand ligt tussen de 0,2 meter boven de gemiddelde maaiveldhoogte van het plangebied (-2,8 m NAP, gerelateerd aan het parkeerterrein van Dorhout Mees) en 1,3 meter onder de gemiddelde maaiveldhoogte. In het dekzand kunnen nog sporen uit het mesolithicum en neolithicum bewaard zijn gebleven, met name dieper ingegraven grondsporen zoals haardkuilen kunnen nog bewaard zijn gebleven. Aangrenzend aan het plangebied werd op dieptes tussen de 0,05 meter boven de gemiddelde maaiveldhoogte (-2,75 m NAP) en 1,25 meter onder de gemiddelde maaiveldhoogte (-4,05 m NAP) een oude bodem, paleosole, aangetroffen bij een eerder booronderzoek. Deze paleosole stamt uit het Allerød interstadiaal (circa 10.800 vC), een warmere periode in de laatste ijstijd. Uit deze periode kunnen nog resten van jagers-verzamelaars worden aangetroffen. De voorgenomen ingrepen rijken tot een diepte van 0,7 meter onder het maaiveld voor kabelsleuven en minimaal 1,3 meter onder het maaiveld voor de heipalen. Vergeleken met de dieptes van het dekzand en de paleosole kan worden gesteld dat bij het slaan van de heipalen mogelijk archeologische resten worden aangetast in het hele plangebied. De aanleg van kabelsleuven is minder diep, maar daar waar het dekzand minder dan 0,7 meter onder het maaiveld ligt kunnen ook mogelijk archeologische resten worden verstoord. De beschikbare gegevens zijn niet voldoende om een nauwkeurig genoeg beeld te geven van het ondergrondse reliëf. In deze fase van het onderzoek is niet mogelijk om delen van het plangebied vrij te stellen van archeologisch onderzoek.Selectieadvies (KNA 4.0 VS07) door dr. J. Jelsma, senior KNA-archeoloog/prospector:Uit het bureauonderzoek blijkt dat er in het plangebied Strandgaperweg mogelijk resten uit het laat-paleolithicum tot neolithicum liggen. De diepte waarop mogelijk resten worden verwacht ligt tussen 0,2 meter boven de gemiddelde maaiveldhoogte (-2,8 m NAP) en 1,3 meter onder de gemiddelde maaiveldhoogte. De geplande verstoringsdieptes van de kabelsleuven, 0,7 meter onder het maaiveld, en de heipalen, minimaal 1,3 meter onder het maaiveld, vormen een bedreiging voor de archeologische resten. Geadviseerd wordt om archeologische vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een inventariserend booronderzoek van 6 boringen per hectare (uitgezonderd de vijvers en sloten binnen het plangebied). Hierbij kan nauwkeurig de diepte van het dekzand en de paleosole in kaart worden gebracht. Het oppervlak kan mogelijk worden ingeperkt wanneer de geplande ligging van de kabelsleuven bekend is. De bevoegde overheid, de gemeente Dronten, heeft aangegeven dat dit advies opgevolgd moet worden (mevr. E. Tichelaar; 24 september 2018).Eventuele toevalsvondsten moeten worden gemeld bij het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten Flevoland, mevrouw T. Heise-Roovers; Tel: 06-13243987 of tineke.heise@batavialand.nl