Goes, Geldeloozepad (Sportpark 't Schenge) Goes, Geldeloozepad (Sportpark 't Schenge). Gemeente Goes. Opgraving - variant Archeologische Begeleiding

DOI

De Gemeente Goes heeft tussen 2015-2018 een aantal herinrichtingswerkzaamheden verricht op het Sportpark ‘t Schenge. In 2015 zijn langs het Geldeloozepad een aantal opstallen met de nummers 5G, 5F, 5E, 5E/5C, 5D en 5A boven- en ondergronds gesloopt. In 2017 en 2018 zijn vervolgens de parkeerplaats aan de zuidzijde van Sportpark Het Schenge en de paden rondom de sportterreinen opnieuw ingericht, alsook de sportlokalen ter hoogte van Geldelooze Pad 5 uitgebreid met een nieuwe kleedkamer.Op basis van het vooronderzoek werd een verwachtingsmodel opgesteld. Er gold in het noorden van de onderzoekslocatie ter plaatse van de komgronden, daar waar geen kreekrug oudere lagen had weg geërodeerd, een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische waarden vanaf de Prehistorie tot en met de Romeinse Tijd, respectievelijk in de top van het Laagpakket van Wormer en in de top van het Hollandveen Laagpakket. Op de kreekrug, die het onderzoeksterrein doorsneed vanuit het zuidwesten naar het noordoosten gold een hoge verwachting voor sporen uit de vroege Middeleeuwen. In het plangebied gold een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische vindplaatsen uit de late Middeleeuwen. In het zuiden van het plangebied, in het zuiden van werkput 6 konden voorlopers van het huidige Geldeloozepad worden aangetroffen. In werkput 2 konden ook bewoningssporen worden aangetroffen rondom een mogelijke vliedberg of motte uit de Late Middeleeuwen. Voor een groot deel van de onderzoekslocatie gold een hoge verwachting voor sporen uit de Nieuwe tijd. In de werkputten 7 en 8, in het centrale deel van de onderzoekslocatie konden resten worden aangetroffen van paden die dateren tussen de 15de eeuw en de tweede helft van de 16de eeuw. In de werkputten 7, 8 en 14, in het centrale deel van de onderzoekslocatie werden resten verwacht van een vestinggracht met wal die vanaf ca. 1585 vanuit de Westschans naar het zuiden, richting de stad liep. Deze gracht liep langs twee bastions. De gracht en één van deze bastions werden binnen werkput 8 verwacht. In de werkputten 7 en 14 werd de vestinggracht verwacht. Er gold in werkput 13 een hoge verwachting op het aantreffen van een 19de-eeuwse perceelsgreppel.De onderzoeksresultaten tonen aan dat het verwachtingsmodel deels gehandhaafd kan blijven. Aangezien de maximale ontgravingsdieptes beperkt bleven tot het Laagpakket van Walcheren en noch het veen noch het eronder liggende kleipakket werden geraakt, blijft de verwachting voor de Prehistorie tot en met de Romeinse tijd voor een groot deel van de onderzoekslocatie behouden aangezien deze niet kon worden getoetst. Dit geldt voornamelijk voor de werkputten 1, 2, 4 en een deel van 8, met name ter plaatse van de komgronden. Enkel in het zuidwesten van de onderzoekslocatie, ter hoogte van werkput 6 en in het centrale deel van de onderzoekslocatie ter hoogte van het uiterste oosten van werkput 14 werden kreekruggronden aangetroffen. In beide werkputten bleek de top niet intact, in werkput 6 ten gevolge van recente bouwwerkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de toenmalige parking en in werkput 14 was de top vergraven naar aanleiding van de aanleg van de vestingwerken. Er werden geen oude bewoningslagen noch sporen aangetroffen die dateren uit deze periode. De hoge verwachting voor sporen uit de vroege Middeleeuwen kan dus worden bijgesteld naar laag voor deze delen van het onderzoeksgebied. De verwachtingen op sporen uit de late Middeleeuwen konden niet worden bevestigd. In het zuidwesten van het plangebied, in werkput 6 bleek de ondergrond te zijn afgetopt ten behoeve van de aanleg van de toenmalige parking waardoor eventuele sporen en vondsten van een Geldeloozepad reeds waren weggegraven. In werkput 2, in het westen van de onderzoekslocatie werden onder de recente bouwvoor en verstoringen de top van het Laagpakket van Walcheren aangetroffen. In deze top bevonden zich geen sporen noch vondsten die geassocieerd konden worden met laatmiddeleeuwse bewoningssporen rondom een vliedberg. De verwachting wordt dus bijgesteld naar laag. Tijdens de begeleiding werden geen sporen aangetroffen van oude paden die dateren tussen de 15de en tweede helft van de 16de eeuw. In werkput 7 was de ondergrond afgetopt ten behoeve van de aanleg van de huidige paden en sportvelden. In werkput 8 kon de verwachting niet worden getoetst aangezien de maximale ontgravingsdiepte beperkt bleef tot de toenmalige verstoring. In de werkputten 7 en 14 werd de vestinggracht aangetroffen. Het betrof een traag verlandde vestinggracht, die bovenaan maximaal 22 meter breed was. De bodem van de gracht werd binnen de maximale ontgravingsdiepte van ca. 1,80 meter beneden maaiveld niet aangetroffen. In werkput 8 werden geen sporen van een bastion aangetroffen aangezien de maximale ontgravingsdiepte beperkt bleef tot de toenmalige verstoring (bouwzand). Deze verwachting blijft dus behouden. In werkput 13 werd een 19de-eeuwse perceelsgreppel aangetroffen.Aangezien de verstoringen beperkt bleven tot de aanleg van enkele smalle rioleringssleuven, dan wel verwijderen van de toenmalige funderingen van de sportlokalen, zijn bijna alle structuren in situ bewaard vanaf onderzijde vlak. In de werkputten 1, 4 en 8 bleef de verstoring beperkt tot oudere verstoringen. Vandaar dat de verwachting niet kon worden getoetst en eventueel aanwezige sporen in situ zijn bewaard, op een diepte van respectievelijk ca. 0,10m-NAP (vanaf ca. 0,60 meter beneden maaiveld) voor werkput 1, op ca. 0,20m-NAP (vanaf ca. 0,50 meter beneden maaiveld) voor werkput 4 en op ca. 0,30m+NAP (vanaf ca. 0,40 meter beneden maaiveld) voor werkput 8. De vestinggracht, waarvan de bodem binnen de maximale ontgravingsdiepte van ca.1,80 meter beneden maaiveld (op ca. 1,20m-NAP) niet werd aangetroffen, werd enkel in de werkputten 7 en 14 doorsneden door middel van een smalle rioleringssleuf van ca. 80cm breed. De structuur is binnen het onderzoeksgebied bewaard vanaf ca. 1,20m-NAP, buiten de onderzoekslocatie vanaf ca. 0,40 meter beneden maaiveld (ca. 0,20m+NAP). De gedempte perceelssloot uit werkput 13, in het oosten van de onderzoekslocatie, is in de lengte mee vergraven over een breedte van ca. 70cm. De tweede helft van de perceelsgreppel is dus in situ bewaard. Deze kan worden aangetroffen vanaf ca. 0,60 meter beneden maaiveld (ca. 0,15m+NAP).

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-z45-5mys
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-z45-5mys
Provenance
Creator S. Depuydt
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R.C.B. Steenbak; Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed
Publication Year 2020
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact R.C.B. Steenbak (Provincie Noord-Brabant)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/octet-stream; application/dbf; application/prj; application/sbn; application/sbx; application/shp; application/shx; text/xml; image/jpeg
Size 2807369; 5; 2377; 11776; 428; 324; 132; 4764; 268; 19358783; 453591; 165053; 1421883; 55258; 12104; 612369; 590416; 952982; 721199; 43670; 1572; 204; 23620; 1220; 1012981; 50381; 3611218; 3559203; 3612071; 3672855; 3530073; 3750738; 3689072; 3631498; 3750661; 3599241; 3448331; 3530532; 3742206; 3611392; 3729345; 3315011; 3651707; 3649646; 3498585; 3683325; 3631196; 3662076; 3680160; 3693436; 3700013; 3594431; 3624446; 3689572; 3665703; 3609898; 3708781; 3667094; 3620017; 3716690; 3752365; 3741706; 3661765; 3541027; 3591018; 3681379; 3631333; 3547107; 3689303; 3692263; 3541547; 3564408; 3686828; 3766354; 3642102; 3541768; 3583283; 3674985; 3599289; 3554496; 3635974; 3491053; 3711625; 3628115; 3670222; 3542768; 3708444; 3515890; 3513582; 3626023; 3559590; 3703094; 3576300; 3545716; 3667414; 3774845; 3583881; 3687640; 3673562; 3489448; 3350309; 3587438; 3561768; 3754171; 3561095; 3354645; 3590564; 3489663; 3468990; 3689929; 3669868; 3710054; 3569395; 3663864; 3647514; 3764694; 3575855; 3776582; 3621388; 3691720; 3704970; 3538475; 3617725; 3550212; 3708594; 3666182; 3583679; 3634554; 3639900; 3557740; 3679685; 3653445; 3648809; 3436775; 3633212; 3676458; 3552628; 3694695; 3511359; 3481895; 3649399; 3572447; 3521444; 3627348; 3457010; 3521215; 3596519; 3632817; 3613356; 3557800; 3570732; 3670852; 3749633; 3584593; 3534868; 3445850; 3770460; 3624953; 3627889; 3575924; 3627008; 3415644; 3656007; 3647837; 3591881; 3652146; 3761463; 3595205; 3519665; 3689243; 3701791; 3526337; 3524549; 3545601; 3362596; 6348288; 6273024; 6255616; 6190080; 3647639; 3603904; 3721437; 3549328; 3774; 521; 1024; 4957; 454; 1332; 432; 164; 124; 188; 116; 1070; 320; 140; 1239; 364; 148; 3605; 980; 260; 789; 4567; 1068; 276; 1157; 180; 2455; 300; 936; 252; 1002; 232; 82015; 558; 1692; 322082; 344; 1636; 1260; 1772; 484; 172; 556; 485; 586; 860; 1732; 1756; 7332; 141455; 101533; 5912479; 2519690; 2354562; 2303929; 2626791; 2519477; 2312498; 2281789; 3476179; 3416511; 3430447; 3795403; 3603680; 3587070; 3666168; 3741765; 3539019; 3395379; 3634907; 3514907; 3596876; 3595347; 3650841; 3426418; 3689228; 3344074; 3589563; 3653379; 3731658; 3677581; 3525129; 3414156; 3564485; 3394504; 3645144; 3557561; 3586914; 3556822; 3643690; 3556720; 3659906; 3594546; 3645675; 3648881; 3597750; 3647463; 3645569; 3565081; 3538941; 3542039; 3581036; 3609423; 3627409; 3403921; 3577907; 3584493; 3678391; 3709800; 3716540; 3637305; 3579725; 3766521; 3702826; 3610149; 3650323; 3606767; 3729196; 3675694; 3568933; 3509130; 3621905; 3475481; 3736497; 3576222; 3630156; 3520602; 3676370; 3589750; 3720833; 3390243; 3650271; 3367968; 3724274; 3777173; 3689312; 3548792; 3651191; 85001; 1414; 3160; 196
Version 1.0
Discipline Humanities