In 1999 zijn door RAAP tijdens een prospectief onderzoek twee vindplaatsen ontdekt. Het gaat om de vindplaatsen 42 en 43, beide gelegen in Geulle aan de Maas (gemeente Meerssen).In het kader van de archeologische begeleiding van de Maaswerken heeft het Projectteam Archeologie Maaswerken een Programma van Eisen en Ontwerp geschreven voor inventariserend veldonderzoek in Aan de Maas. Het Programma van Eisen is goedgekeurd door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Het inventariserend veldonderzoek is onder begeleiding van het Projectteam Archeologie uitgevoerd door BAAC bv. Het doel van het inventariserend veldonderzoek was inzicht te krijgen in de omvang, aard, ouderdom en fysieke kwaliteit van deze locaties ten behoeve van een waardebepaling door de ROB. Daartoe zijn in totaal vier putten aangelegd (1001,25 m ²) met ieder 2-3 vlakken. Er zijn vondsten verzameld tijdens de machinale aanleg van het vlak in vakken van 3 x 3 m. Overige vlakvondsten zijn individueel ingemeten (driedimensionaal).Beide vindplaatsen zijn gelegen in het Maasdal ten noorden van het dorp Geulle Aan de Maas (gemeente Meerssen). De sites liggen ingeklemd tussen de Maas in het westen en het Julianakanaal in het oosten. Het gebied ten noorden van Aan de Maas is momenteel grotendeels in gebruik als akker.Vindplaats 42 bestaat uit één site, te weten een veldbrandoven uit de 18e/19e eeuw. De oven is eenmalig in gebruik geweest. Na de productie van baksteen is de oven ontmanteld en de site verlaten. De resten van de veldbrandoven werden net onder de bouwvoor aangetroffen. Onder een dikke laag puin tekenden zich de sporen van de oven in het vlak duidelijk af. Op de site zijn enkele aardewerkfragmenten gevonden. Deze scherven zijn goed bewaard gebleven en nauwelijks verweerd. In het geheel genomen verkeerde de vindplaats in een goede staat.Vindplaats 43 bestaat eveneens uit één site: een akkerlaag die tot in de Middeleeuwen gebruikt werd. Aanvankelijk lag de site op een hoger gelegen droog niveau, waar ze niet beïnvloed werd door de Maas. Na 1410 veranderde de loop van de Maas en kwam het gebied in de overstromingsvlakte van de Maas te liggen. De nederzetting behorende bij de akkergrond is niet aangetroffen, vooralsnog is onduidelijk waar deze gelegen heeft. De site is in redelijk slechte staat; de bovenste 70 cm –mv is verstoord zowel door verploeging als door overstromingen van de Maas. Het vondstmateriaal, dat gedeeltelijk verweerd is, zal niet alleen door ploegen en bemesting in de bodem terecht zijn gekomen maar ook door overstromingen van de Maas meegenomen en verspreid zijn over de vindplaats. De vondsten kunnen gedateerd worden tussen de Romeinse periode en de Nieuwe Tijd. In de akkerlaag onder deze verstoorde laag zijn tijdens het inventariserend veldonderzoek geen vondsten aangetroffen. Tijdens het booronderzoek is echter een Karolingische scherf aangetroffen in deze laag.
Maaswerken Archeologische Rapporten 1
