IDDS Archeologie heeft in februari 2022 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd in het plangebied ‘t Joght in Valkenburg, gemeente Katwijk. De noodzaak tot het archeologisch onderzoek komt voort uit het bestemmingsplan. De doelstelling van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Het doel van het inventariserend veldonderzoek is het toetsen en zo nodig aanvullen van de gespecificeerde verwachting. Daarnaast wordt inzicht verkregen in de vormeenheden van het landschap in het plangebied, voor zover deze vormeenheden van invloed kunnen zijn geweest op de bruikbaarheid van de locatie door de mens in het verleden. Op basis van de resultaten van het onderzoek kunnen kansarme zones van het plangebied worden uitgesloten en kansrijke zones worden geselecteerd voor behoud of voor vervolgonderzoek.In het plangebied zijn 28 boringen gezet met een diepte van 4,0 m beneden het maaiveld. De boringen zijn zoveel mogelijk gezet op de locaties waar de nieuwe riolering zal worden aangelegd. De boringen zijn gezet met een tussenliggende afstand van ca. 50 m en op alle kruispunten en hoekpunten in het plangebied. Er is gebruik gemaakt van een Edelmanboor met een diameter van 10 cm voor dat deel van de ondergrond dat zich bevindt boven de grondwaterspiegel. Voor het deel onder de grondwaterspiegel is gebruik gemaakt van een guts (doorsnede 3 cm) of een zuigerboor (diameter 4 cm).Het plangebied ligt op rivierafzettingen van de Oude Rijn, afgedekt door achtereenvolgens een pakket overstromingsafzettingen van waarschijnlijk de Sint Thomasvloed uit 1165 na Chr. En een recent ophoogpakket.Op basis van het onderzoek is gebleken dat het plangebied een zeer hoge verwachting heeft voor archeologische resten uit met name de Romeinse tijd. Het gaat in ieder geval om resten van een grafveld maar ook andere resten kunnen niet worden uitgesloten. Het Romeinse niveau is aangetroffen vanaf een diepte van -0,5 m NAP (1,1 m -mv). Rekening houdend met een veiligheidsmarge van 30 cm wordt geadviseerd om geen bodemverstoringen uit te voeren die dieper reiken dan -0,2 m NAP (0,8 m -mv). Bij het vervangen van de riolering wordt geadviseerd om, indien mogelijk, gebruik te maken van de bestaande rioolsleuf en zo min mogelijk in onverstoorde grond te graven.Indien wel bodemverstorende werkzaamheden plaatsvinden die dieper reiken dan -0,2 m NAP (0,8 m mv) en buiten de bestaande leidingsleuf dan wordt vervolgonderzoek geadviseerd. Er wordt geadviseerd het type vervolgonderzoek pas te bepalen als meer bekend is over de exacte ingrepen.In het noordoosten van het plangebied is naast de verwachting voor Romeinse resten ook een verwachting voor resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Hier wordt vervolgonderzoek geadviseerd bij bodemingrepen die dieper reiken dan 0,3 m -mv. Ook hiervoor geldt dat het type vervolgonderzoek pas kan worden bepaald als meer bekend is over de exacte ingrepen.